De 3 Divn. vormden tezamen het le Leger onder generaal
Kuroki. Het had voorloopig tot taak den benedenloop van de Jaloe
te overschrijden. Bij de samenstelling valt op de gedeeltelijke uit
rusting met Berg-Art. en het gemis aan eigen legercavalerie, zoo
dat al dadelijk begonnen moest worden met het plukken van de
Div.-cavalerie, hetgeen organisatorisch onjuist is.
Het le Leger marcheerde onder uiterst moeilijke marsch- en
verplegingsomstandigheden naar de Jaloe, aanvankelijk m e t
groote uitbreiding in de breedte, daarna van af
Anjyu met groote échelonneering in de diepte,
nl. langs éénzelfden slechten weg. Hierbij waren de Divn. ver
deeld, ieder in 2 échelons, die elkaar met één dagmarsch afstand
volgden. De laatste wijze van marcheeren heeft groote nadeelen,
temeer waar men den vijand langzamerhand kon verwachten. D e
tactische vereen iging van dit leger zou bijna een week
tijd gekost hebben.
Intusschen kon Kuroki moeilijk anders handelen Ook zou zijn
uitstekende kondschapsdienst hem overigens tijdig hebben inge
licht omtrent de noodzakelijkheid van concentratie.
Het gebruik van een 2en weg, nl. over Chyangsyöng zou het
leger te ver uit elkaar rukken. Hierlangs ging nu een flankdekking
van ongeveer 1|4 Div. Het nut van deze strategische
flankdekking is niet duidelijk. Opheldering langs dezen weg
zou voldoende zijn geweest.
Het le Leger werd voorafgegaan door het detachement Asada
(1 Regt. Inf., 1 Regt. Cav., en 2 batterijen Veld. Art.). Meerdere
dagen tevoren afgezonden kwam het detachement met zijn voorste
afdeelingen den 8en April aan de Jaloe aan, alwaar het on
geveer een week zonder steun tegenover
d e n v ij a-n d s t o n d. Het had behalve opheldering, tot taak den
weg te verbeteren en de aldaar op te richten magazijnen te dek
ken, een hoogst eigenaardige combinatie van
opdrachten. Het was dan ook, noch een strate
gische voorhoede, noch een strategisch op
helderingsorgaan. Voor het eerste doel bezat het onvol
doende gevechtskracht, voor het laatste onvoldoende vrijheid van
beweging. Het was een halfslachtige maatregel, die afkeuring ver
dient. Door de passieve houding der Russen, bleef de fout echter
ongestraft.
Het le Leger kon, als gevolg van de gekozen opmarschrichting,
den vijand aan de Jaloe moeilijk anders dan door een strategischen
frontaanval aangrijpen. Den 21 en April nabij de Jaloe opge
marcheerd, werd ruim een week gebruikt voor de voorbereiding
tot den rivierovergang, met het resultaat, dat op 1 Mei de Jaloe
overschreden werd. Daarbij werd den vijand een gevoelige slag
toegebracht en boekte het Japansche leger degrootemoree-
le beteeken is van de eerst eov er winning.
90