Daar vervolging uitbleef, kon de vijand zich aan een vernietiging
onttrekken. Hij week terug voor het le Japansche Leger, dat 10
Mei op last van het Algemeen Hoofdkwartier Fenghuangcheng
bezette en daar, onder het treffen van voorbereidingen voor den
verderen opmarsch, tot 23 Juni bleef. Het oefende in dien tijd
door zijn strategische positie ten opzichte
van de lijn Moekden P. A. een onmiskenbare n
invloed uit op de overige operatiën.
Het tijdstip van overgang over de Jaloe was bepaald door het
Algemeen Hoofdkwartier in verband met de ontschepingsplannen
van het 2e Leger. Dit bevond zich toen op de transportschepen
te Chinnampho, klaarblijkelijk met de bedoeling het le Japansche
Leger zoo noodig te hulp te komen. Toen dit niet meer noodig
bleek, werd het 2e Leger vervoerd naar de Yentowabocht, alwaar
op 5 Mei de landing begon. Door de verschijning van de transport
schepen in den namiddag van den 4en vóór de kust, gaven de
Japanners de factor verrassing gedeeltelijk prijs. De lan
ding, hoewel door de Russen practisch niet bemoeilijkt, had onder
ongunstige omstandigheden plaats en werd den 2en dag door storm
onderbroken. Zij kenmerkte zich door een uiterst zorgvuldige voor
bereiding o. a. blijkende uit het gebruik van een grondig geoefend
en goed georganiseerd Marinelandingskorps van 1000 man met
berggeschut en treinafdeelingen en geheel geschikt voor zelfstan
dig optreden. Op 12 Mei waren bijna alle troepen aan land, ter
wijl op 11 Mei door vernieling van de spoorbaan de verbinding
met P. A. verbroken werd.
Terwijl de inmiddels gelande le Cav. Brig, in N. richting op
helderde, vermeesterde het 2e Leger onder Generaal Oku (le, 3e,
en 4e Div. en le Art. Brig.) op 26 Mei, in samenwerking met de
vloot, de versterkte positie van Nanshan, op het
smalste gedeelte van het schiereiland.
De Japanners vervolgden niet; eenige dagen later bezetten zij
Dalni.
Voor de Russen had de positie bij Nanshan, nu eenmaal was
afgezien van offensieve operatiën tegen het 2e Japansche Leger,
geen andere beteekenis dan van le voorstelling van P. A. Een
sterkere bezetting dan de daarvoor bestemde Div. (13000 man en
40 stukken) zou dan ook niet verantwoord zijn.
Voor Japan had deze positie strategische waarde,
omdat daarin met weinig troepen het Kwantung detachement af
gesloten had kunnen worden (hetgeen Japan intusschen niet deed,
waarover nader).
Nadat in de 2e helft van Mei nog waren aangekomen de 5e
en 11e Div., werd het 2e Leger onder Oku opnieuw samengesteld
uit de le Cav. Brig., de 3e, 4e en 5e Div. en de le Brig. Veld.
Art. voor de operatiën in de richting Liaoyan en het 3e Leger
91