onder Nogi (de le en 11e Div.) belast met de belegering van P. A.
De reden voor de oogenschijnlijk minder logische indeeling dei
Divn was, dat de 11e Div. aanvankelijk nog niet gereed was voor
groote operatiën en zich dus meer eigende voor de belegering
van P. A.
Intusschen was op 19 Mei en volgende dagen de 10e J a-
pansche Div. bij Taikusan aan land gezet,
onder dekking van /2 Garde Div. van het le Leger. De landing
verliep zeer vlot, zoodat 's avonds reeds het grootste deel der
Div. aan land was.
Op 2 Juni kreeg de 10e Div. bevel om zich gereed te houden
om naar Kaiping op te rukken. In verband daarmede werd op
8 Juni Hsiuyen door de 10e en /2 Garde Div. bezet, waardoor te
vens een verbinding tusschen het le en 2e Leger was gevormd.
De Cav.-Brig. Mischtchenko werd daardoor teruggedrongen naai
de Chipanlingpassen, tusschen Hsiuyen en Kaiping.
Op 8 Juni stond het 2e Leger nog in afwachting van zijn tremen
bij P. Adams. Op 13 Juni begon de opmarsch naar het Noorden,
welke leidde tot een strategischen frontaanval
op de Russ. stelling bij Wafangou.
De Russen werden hier geslagen en naar het Noorden terug
gedrongen; vervolging bleef hierbij uit.
Van de zoo gunstige strategische positie
van de \/2 Div. te Hsiuyen werd door de Ja
panners geen gebruik gemaakt.
Op 13 Juni waren de eerste troepen der 6e Div., voorloopig
bestemd voor het 2e Leger, aangekomen. Uit de opstelling der
Japansche troepen op dit moment (schets 1) blijkt de duidelijke
bedoeling o.n langs meervoudige operatielijnen
te opereeren en wel van het 2e Leger en de 1 /2 Div. te
Hsiuyen onder Kawamura ten opzichte van Kaipeng of Haicheng en
van het aldus versterkte 2e Leger en het le Leger in de richting
van Liaoyang of Mukden. De strategische opzet van
het Japansche Hoofdkwartier was dus g er
richt op een opereeren op de buitenlijnen.
Aan Russische zijde.
Na den aanvang van den oorlog werd met groote voortvarend
heid gewerkt aan reorganisatie, aanvulling, verplaatsing, en ver
sterking der troepen. De gegeven tijd werd uitstekend benut,
zoodat bij het eerste belangrijke treffen (eind April) het Russ.
Leger er veel beter voor stond dan in begin Februari (zie schets 2).
Toch was hierbij het gemis aan een krachtige éénhoofdige leiding
reeds duidelijk gebleken. De opstelling en sterkte der troepen
op de verschillende tijdstippen (bijlage I) is dan ook meer te
beschouwen als een compromis tusschen de inzichten der
92
0