ten, hadden tot gevolg, dat de Jaloe moest worden prijsgegeven,
tijdwinst onvoldoende verkregen werd en een gevoelige nederlaag
werd geleden.
Daar de verdere landing der Japanners hoogstwaarschijnlijk
wachtte op de beslissing aan de Jaloe, gingen dus voor de Russ.
hoofdmacht en P. A. meerdere dagen kostbare tijdwinst verloren.
Onmiddellijk na den slag aan de Jaloe werden door Kuropatkrn
maatregelen genomen om het Oost-detachement in de Fenshui-
lingpassen op te nemen, terwijl Rennenkampf naar Saimachi werd
vooruitgeschoven om de uiterste linkerflank van de hoofdmacht te
dekken. Het Oost-detachement week terug naar de passen in het
Fenshuiling-gebergte.
Voor de bemoeilijking van een landing aan de kuststrook Yin-
kou Kaiping werd de Z u i d-v o o r h o e d e bestemd.
Oorspronkelijk was het de bedoeling om een demonstratieve
verdediging te voeren; spoedig besloot men echter tot een hardnek
kige.
De Russen zagen de groote strategische be-
teekenis van Yin kou terdege in. Een landingspoging
aldaar werd zeer waarschijnlijk geacht. Versterkingen werden bij
die plaats ingericht en voorbereidingen voor spoorwegvervoer in
verband daarmede getroffen.
Toch schijnt van begin Mei weer de opvatting bestaan te heb
ben een landing bij Yinkou niet tegen te gaan (Kriegsgesch. Ein-
zelschr. 39[40 blz. 74). Zoolang het le Japansche Leger echter
nog niet oprukte of nog tegengehouden kon worden in de berg
passen was het verkeerd om Yinkou op te ge
ven.
De Zuid-voorhoede had tevens, evenals het Tawandetachement,
de beteekenis van een observatie ten opzichte van het Chineesche
Leger.
De op 5 Mei gemelde landing van het 2e Japansche Leger in
de Yentowa-bocht werd niet verhinderd, terecht, waar men
tevoren nu eenmaal aldus besloten had (over
de verzuimde kans om die landing af te slaan nader).
De gevoelde behoefte aan opheldering kwam zeer onvoldoende
tot uiting door de uitzending van het detachement Sykow (4 batal
jons met hulpwapens) zonder een voldoende duidelijk gestelde op
dracht. Deze actie had nog tot gevolg eene beschieting van de
kust bij Kaiping door de Japansche vloot, waardoor de Russen,
daar een landing vreezend, nog minder uitgelokt werden tot een
oprukken in Z. richting.
Van de Zuid-voorhoede werd een gedeelte naar Haicheng, dus
dichter bij de Algemeene Reserve, aangetrokken.
In de 2e helft van Mei drong Alexejev aan op offensieve
operatiën, hetzij tegen het le, hetzij tegen het 2e Japansche
Leger, een o p er e e r e n op de binnenlijnen-du s.
94