5. WENKEN VOOR HET PRACTISCH BEOEFENEN VAN VELDVERSTERKING, 1) door PIONIER. II. SCH UILNIS SEN. 1. In den eenvoudigsten vorm wordt een uitholling gemaakt als in figuur 1deze is toe te passen, niet alleen in loopgraven, maar ook in schutterskuilen voor staande schutters. Noodzakelijk is vrij vaste grond. 2. In loopgraafgedeelten kunnen deze verbeterd worden volgens figuur 2 en foto I, door bekleeding van de zoldering, waar door zij duurzamer en meer weerstand biedend worden. Ter plaatse waar de nissen komen, moet de loopgraaf dan 20 c. M. verdiept worden (dit is noodig om de vereischte ruimte te krijgen en toch bij het graven onder de bovenlaag ongeroerde grond te blijven)deze is daar dus niet meer als vuurstelling bruikbaar. a. Er wordt een gat in de borstwering gemaakt als met stip pellijn aangegeven in figuur 2a. In schuine richting 1 M' hoog; breed 50 c. M. en van onderen diep 70 c. M. Werktijd 1|2 a 3|4 uur. b. Onderwijl wordt door een tweede man het bamboejuk ge maakt; werktijd 1|2 a 3|4 uur. Dit juk bestaat uit twee stij len 1.25 lang, die 25 c. M. in den bodem ingelaten worden; de gaten hiervoor kunnen met het kapmes (klewang) en de handen uitgegraven worden. De bovendorpel wordt in twee tjawangs op de stijlen ge legd en vastgezet met een bamboe-pen, die door een roos ge- geslagen wordt, welke zich direct onder den tjawang moet bevinden (lengte pen 25 c. M.) zie figuur 2 d. Er is op te letten dat de stijlen niet binnen, maar buiten de ontgraving komen als in figuur 2c is aangegeven. Eveneens moet voor den dorpel links en rechts van de stijlen met het kapmes voldoende ruimte in den aardwand worden gemaakt. c. Daarna maakt de le man wila's van 1|4 bamboe, aan één zijde aangepunt; de 2e man slaat deze in over den bovendorpel van het juk heen, met een houten hamer, een stuk hout o. d. Lengte wila's 75 c. M. Werktijd 1|2 uur. De achterwand kan nu recht doorgetrokken worden tot aan de wila's» zoodanig, dat deze nog 15 c. M. in den vasten grond zitten. Dit afwerken met 1 plaat en foto's 104

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 32