6. UIT DE PRACTIJK. De omvangrijke vredestaak van het leger, vooral in de buiten gewesten, biedt de gelegenheid tot het opdoen van practische ei varingen op verschillend gebied, die ongetwijfeld ook voor anderen van belang moeten worden geacht. Daarom wordt hierbij een beroep gedaan op de collega's, die over dergelijke ervaringen beschikken om deze door beknopte ver melding in dit tijdschrift aan de vergetelheid te ontrukken. Bedacht moge worden, dat hierdoor aan menigeen een waar devolle dienst zal kunnen worden bewezen. i 7°! d0Gl Zal de met ondervolgend artikel te openen rubriek „Uit de p r a c t ij k" gaarne een plaats worden ingeruimd. Redactie. DE RIVIERVAART, door W. VERSLUIS. Herhaaldelijk bleek mij dat het grootste gedeelte der militairen dat geroepen kan worden om rivieren te bevaren, er "een coed denkbeeld van heeft hoe dat in de binnenlanden van &de cmoote Indische eilanden eigenlijk toegaat. erder bleek mij, dat personen met een hooger commando be last, soms een bepaald eiland of gedeelte daarvan als maatstaf nemen om bevelen te geven voor de riviervaart in andere gedeel- 9"' 9,rooter *out kan men nauwelijks maken, want het verschil is dikwijls zoo groot, dat daardoor telkens afzonderlijke en van andere gebieden geheel afwijkende gebruiken zijn ontstaan, welke ce- woonhjk aan de practijk ontleend en daardoor gevormd zijn. Wanneer wij Borneo als voorbeeld nemen, ziet men, dat er voor wat betreft de riviervaart een zeer belangrijk verschil bestaat tus- schen de Wester-, Zuider- en Ooster Afdeeling. In de Wester- en Zuider Afdeeling maakt men tot diep in het binnenland gebruik van groote prauwen, b. v. een of twee prau wen voor een brigade. In de Oosterafdeeling komen daarvoor eigen- hjk alleen de Koetei en Mahakam in aanmerking, doch boven Lorrn Iram, ons uitgangspunt voor de prauwvaart, maakt men reeds ce- bruik van kleinere prauwen, waarmede men ook stroomversnel lingen kan bevaren. In de meer Oostelijk gelegen rivieren benut Zie ook I. M. T. 1925 No. 8 blz. 496 e v. 106

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 34