118 beter geopperd. Wel is afgebroken, maar een uitgewerkt plan heeft nog niemand sedert gegeven. Dat plan '21 gaf heusch niet teveel. De heéren Boerstra, Bakker, Qeldorp, komen met, zij het niet scherp omlijnde en uitgestippelde, gewijzigde plannenin groote trekken. De eerstgenoemde wil feitelijk hetzelfde als de Def. Comm. 1921, alleen wenscht hij, op grond van ons financieel kunnen de verhouding tusschen de weermachtsonderdeelen anders. Zijn doelstelling [pag. 619] is geheel dezelfde, zij het anders geformuleerd, als die van de vlootcommissie. Maar geen der drie heeren is er in geslaagd, ons aan te toonen, dat zij, met de middelen, die zij zich denken, het doel zullen kunnen bereiken. Men kan wel op theoretische gronden het duikboot-kruiser-systeem aan vallen, maar iets anders is het, het bewijs te leveren, dat het op andere wijze beter of evengoed zal gaan. Zou daarom niet beter gehandeld worden, indien aangedrongen werd op opnieuw voorbrengen van de oorspronkelijke vlootwet? Ja, hooren wij, maar dat financieel kunnen, dat personeel Welnu, ons antwoord vindt men in het ondervolgende Toen in Nederland de eerste symptonen kwamen van de fusie van Oorlog en Marine [trouwens alweer losgelaten lezers], toen begrepen wij, Holland en het politieke leven aldaar ietwat kennende, dat het hier een leuze, een belofte, een programma-post betrof. En dat het zoover nooit, althans voorloopig niet, zal komen. Er moest den volke een concessie worden gedaanEr moest bezuinigd worden immers, bezuinigd op de defensie waarniets af kon bezuinigd a tout prix en liefstten koste van eens andermans schatkist. Dit kon bereikt worden door de vloot z. g. te splitsen, lndië zou dan krijgen een koloniale, een eigen Marine onder den Minister van Koloniën. Nietwaar een stap nader tot de zelfstandigheid, de ontvoogding van lndië Zeer velen in lndië vonden dat een pracht-plan. Eindelijk wat meer onafhankelijk van Holland, en een eigen Marine. Zij doorzagen de bedoeling n i e t. Zij begrepen en begrijpen niet, dat Holland geen andere bedoeling had dan om ten koste van lndië te bezuinigen; evenmin, dat de Regeering [Colijn] niet van zins was het zoover 1 e laten komen. Wel tot een andere, volgens haar betere, en meer billijke, v e r d e e- ling van de kosten, maar niet tot een splitsing. Ja, misschien, dat men een afzonderlijke groep torpedomakers, of stokers of mijnenbehandelaars zal instellen, maar... de Staatsmarine blijft bestaan. De Mem. v. Antw. zegt het nu, wij wisten het vroeger reeds. De Regeering denkt er niet aan, die splitsing tot in consequenties door te voeren. Zij was als leuze, als einddoel [na hoeveel jaren] noodig, hoofdzaak was het Volk tevreden te stellen en aan geld te komen. lndië betaalt. Die „meer billijke" kostenverdeling zal er dus op neerkomen, dat lndië een aantal millioenen meer betaalt en daarvoor feite lijk niets in de plaats bekomt, Zoo zijn de plannen. Aan lndë om daarvoor een stokje te steken. En wanneer dan wellicht aanvaard zal worden, dat voor precies hetzelfde in wezen, jaarlijks tien millioen, of acht, meer wordt geofferd dan.... zal men wel met ons eens zijn, dat het aanvaarden van de vlootwet en het defensieplan 1921 ons voor weinig meer geld, iets beters zou kunnen geven. Een der schrijvers bovengenoemd betoogde, dat het nu het moment was om over stag te gaan nu er eindelijk die splitsing zou komen. 't Is een moment inderdaad. Een moment om lndië toe te roepenwees voorzichtig. „Denckt aan uw saeck". Het is het oogenblik om te zeggen„best, wij kunnen en willen betalen, maar wij eischen er iets deugdelijks voor in de plaats". Wij eischen veiligheid, een maximum van bereikbare veiligheid. Niet door een vloot van op zich zelf onvoldoende sterkte alleen, niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 46