de verhouding - Bij afneming van de waarde van M zal daarbij de
genoemde verhouding ook kleiner blijken te worden. Dit is niet ingezien
of danig uit het oog verloren. Voor de omstandigheden waarin wij thans
verkeeren en naar onze overtuiging voorshands zullen blijven verkeeren,
is zulk een onderzoek daarom noodig. Al dan niet door een commissie.
Maar noodig is het. Wij gaven richtlijnen voor zulk een onderzoek.
Verder te gaan, oordeelen wij in dit stadium onnoodig en niet gewenscht.
De hoofdzaak sta voorop. De uitwerking kome z. n. later; thans zou
zij slechts aangrijpingspunten geven voor verwatering van de kwestie.
Hetgeen ter wille van de zaak moet worden vermeden 1
A. houde het ons daarom ten goede, dat wij ons ook ditmaal tot de
hoofdzaken bepaalden en punten van bijkomstig belang onbesproken lieten.
Wij hopen op deze zaak uitvoeriger terug te komen.
Thans volstaan wij met de mededeeling, dat de Vlootwet 1921 aanlndië
(gezwegen van moderniseering van het leger, welke nu even hard of nog
meer noodig is) een toename aan uitgaven van gemiddeld 16 miilioen per
jaar oplegde voor de geheele vloot, inclusief steunpunten terwijl alleen
de splitsing der Marine (thans van de baan) voor Indië, zonder dat
iets meer wordt verkregen, een plicht tot betaling van 10
miilioen meer beteekent.
Het is onze plicht aan te sturen op een deugdelijk systeem, ook al kost
dat meer geld,
Accepteeren wij het non-possumus, dan kunnen wij slechts streven naar
het zoeken van een laten we het noemen defensiesysteem, dat iets
lijkt, maar nimmer bevredigen kan.
Het plan 1921 bevredigde vrijwel iedereen, de heer Boerstra is er niet
in geslaagd ons aan te toonen, dat zijn plan een voldoende mate van
bescherming geeft. Wat de bezetting der critieke punten betreft, dit is
een betrekkelijk ondergeschikte quaestie, waarvoor geen staats- of inter
departementale commissie noodig, noch gewenscht is.
A,
HET VEILIGSTELLEN VAN NEDERLANDSCH-IND1Ë,
door
GEORGE NYPELS.
Het vraagstuk van de verdediging van N.I. mag zich in volle actualiteit
verheugen.
Wanneer het oude strijdros klaroengeschal hoort
Ik meen beter tot-heden-bij te zijn, met mijn ideeën betreffende de vei
ligstelling van Insulinde of Indonesië dan de jongeren, nog te veel hangen
de aan den tijd van .Java en de buitenbezittingen". Zoo dringt de actu
aliteit mij er toe de volgende denkbeelden nog eens ter overweging voor
te dragen.
1. Het Nederlandsch Oost-lndië van onzen tijd is in een nieuwe inter
nationale positie en verhouding gebracht, het veilig-stellen van Insulinde
vergt aanpassing aan dit nieuwe.
2. Veilig-stellen tracht noodzakelijkheid tot verdedigen te voorkomen.
3. Veilig-stellen is een handeling van veelzijdigen aard, de wilsuiting tot
handhaving en tot afweer tegenover van buiten dreigend geweld, is hiervan
een voornaam onderdeel. Wanneer het voorkomen van de noodzakelijkheid
tot verdedigen niet gelukt is, wordt de verdediging voortgezette handeling
tot veiligstellen. Die veelzijdige handeling moet in elk harer onderdeelen
op de hoogte van het nieuwe zijn.
4. Het geloof aan het te klein zijn van Nederland om zelf zijn geheel
gebied in Oost-lndië veilig te stellen, zou een rechtvaardiging kunnen zijn
121
Naschrift.