134 Coëtquidan" door lieutenant-colonel Tonnet. Bij deze manoeuvre werd een gecombineerd vuurplan van infanterie en artillerie met scherp uitgevoerd. Zooals uiteraard niet te ontgaan is bij dergelijke oefeningen ontbreekt de invloed van den factor: „vijand'' ten eenenmale, waardoor ze een zeer schematisch karakter gaat dragen. Een interessant brok krijgsgeschiedenis is: „Attaque du 411e Régiment d'infanterie. Le 4 Novembre 1918," waarin een overgang van het Sambre en Oise kanaal onder 's vijands wapenwerking wordt besproken. Uit „La tactique d'après guerre et ses applications au Levant" door lieutenant- colonel Clément-Grandcourt, dat wederom wordt vervolgd, citeeren we: „Le pistolet automatique ne serait laissé qu'aux équipages de chars d'assaut et auto-mitrailleuses. 11 est dangereux de confier une arme aussi délicate et aussi convoitée a des soldats indigènes ou syriens. Entre leurs mains son rendement est nul, sinon dangereux ou négatif." In de „Nouvelles militaires de l'Etranger" wordt het volgende vermeld over een toekomstig type infanteriegeschut voor het Duitsche leger: „Les caractéristiques probables du futur canon d'infanterie allemand sem blent être les suivantes: Calibre: 77mm (possibilité d'utiliser en cas de besoin les munitions du canon de campagne). Poids de la pièce en batterie inférieur a 600 kilogrammes avec roues pas trop petites (diamètre voisin de 1 mètre) (facilité de déplacement a bras). Portée maxima: 5.000 mètres, avec une bonne précision entre 2.000 et 3.000 mètres. Champ de tir vertical assez étendu en tnême temps que cartouche a charge variable (facilités de tir par-dessus les masques). Champ de tir horizontal aussi grand que possible et bêche de crosse facile a déplacer (facilité de tir contre les objectifs mobiles, tels que les charsj. Dispositifs permettant un tir rapide, culasse automatique par exeinple. Hauteur de genouillère faible, de l'ordre de Om.80. Bouclier résistant aux balles d'infanterie au dela de 400 mètres. Projectiles: un obus explosif; un obus de rupture contre chars; une bolte a mitraille. Actuellement, l'infanterie et la cavalerie allemands s'exercent avec des canons en bois (Holzgeschütz)." Artilleristische Monatshefte. November/Dezember 1925. General Rohne komt nogmaals terug op het onderwerp„Gröszte Schuszweiten und Geschoszwirkung" als wederwoord op de kritiek van Major jüstrow. Het artikel van den generaal Rohne geeft blijken van persoonlijke geprik keldheid Hij verklaart nogmaals het volgende als zijn standpunt: „lch wiederhole, was ich schon friiher gesagt habe: bei dem Entwurf eines Geschützes musz man lediglich von der Aufgabe ausgehen, die es lösen soil. Danach bestinimt sich sein Gewicht, das fiir die von ihm zu leistende Arbeit maszgebend ist. Hiernach richtet sich das Kaliber, das Geschoszgewicht und der zulassig kleinste Formwert: diese werden sehr verschieden ausfallen, je nachdem man den Hauptwert auf dié'Durchschlags- kraft des ganzen Geschosses, auf Minen-, Gas- oder Splitterwirkung legt. Sind diese Wahlen mit Rücksicht auf die Hauptkampfentfernungen richtig ausgefallen, so f al It einem eine grosze Schuszweite von selbstzu." Oberstleutnant a. D. von Keiler besluit zijn opstel over: „Das Zusammenwirken zwischen Flugabwehrartiileiie und Fiugabwehr- scheinwerfern im Gefecht zur Deckung gröszerer Schutzobjekte gegen nachtliche Fliegerangriffe." Voorts het vervolg van „Die Entwicklung der deutsche gezogenen Feld- geschiitze" door H. Rohne, waarin een overzicht wordt gegeven van het geen tijdens den oorlog aan verbeteringen werd bereikt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 62