Wat de emotionaliteit betreft, onder de veldheeren vindt men
een grooter aantal personen, dat niet-sensitief is, dan onder andere
menschen. Maar ook het aantal sensitieven is iets hooger (sensi
tief 54% tegen 50%, niet sensitief 25% tegen 11%). De kritische
stemming tegen tijdelijke omgeving evenals de lust om dikwijls van
woonplaats te wisselen, en eene ziekelijke voorliefde voor afschuwe
lijke voorstellingen vond ik bij geen der veldheeren aanwezig. 1
Heftigheid trof ik vaker aan dan Heymans bij zijn materiaal (55%
tegen 38%), maar daartegenover staat, dat ook het niet-heftig
zijn door mij bij een percentsgewijze grooter aantal personen werd
geconstateerd (20% tegen 14%); verdraagzamer dan anderen vond
ik den veldheer (30% tegen 20%), terwijl onverdraagzaamheid
in 't geheel niet werd geconstateerd; den middenweg inslaan bij
denken en handelen komt bij veldheeren niet voor, terwijl zij iets
minder vaak een uiterst standpunt innemen; omgekeerd komen
besliste meeningen bij hen vaker voor (55% tegen 33%, het tegen
overgestelde 0% tegen 9%).
Geduld komt bij zee- velen voor (22% tegen 8%), maar
ongeduld wordt naar verhouding nog vaker bij mijne veldheeren
aangetroffen (37%% tegen 9%), terwijl zij moeilijker te ver
zoenen zijn dan anderen rancune 27%% tegen 9%, het tegen
gestelde 27%% tegen 25%).
Blijkbaar is geldzucht niet een van 's veldheeren kenmerkende
eigenschappen; heerschzucht komt bij veldheeren vaker voor dan
bij anderen (22%% tegen 15%, het tegengestelde 7%% tegen
7%); van eerzucht kan niet hetzelfde gezegd worden; wel vond
ik 40% tegen 36% bij andere personen, maar daartegenover staat,,
dat het aantal niet-eerzuchtigen dat bij anderen overtreft (42%%
tegen 31%).
Hoewel bij gelukkig getrouwd van een eigenlijke karaktereigen
schap geen sprake is, heeft Heymans toch het al of niet gelukkig
getrouwd zijn in zijn lijst van eigenschappen opgenomen, daar
hierover in vele biographieën gesproken wordt en het wel van
belang is voor de kennis van iemands persoonlijkheid; opvallend
groot is het aantal gelukkige huwelijken bij de veldheeren (60%
tegen 27%, het tegendeel 5% tegen 13%; ook is bij hen sterk
het familiegevoel of duidelijk uitgesproken voorliefde voor meer
of minder na verwante familieleden.
Groot is het aantal van hen, dat zijn dienstboden goed behan
delt (40% tegen 12%), vriendschap gevoelen zij iets meer dan
anderen (57%% tegen 45%), terwijl vaderlandsliefde heel wat
vaker voorkomt dan bij andere personen.
Gelijk Heymans opmerkt, vindt men deze laatste eigenschappen opval
lend talrijk bij personen met een nerveus temperament en zooals men
in een volgend hoofdstuk zal lezen, bevindt zich onder mijne 40 veld
heeren geen enkele nerveuse.
78