sonen, die op allerlei gebied uitmuntten 19% gepassioneerden en troffen Heymans en Wiersma bij de 2523 personen van hunne enquête 23,2% gepassioneerden". De cijfers voor de andere groepen zijn de volgende: Veldheeren Heymans Heymans en Wiersma Cholerici 20 14,5 10,1 Phlegmatici 5 19,9 17,3 Sanguinici 5 9 3,7 „Nog een paar opmerkingen naar aanleiding van deze indeeling der veldheeren naar temperamenten. In de eerste plaats behooren bijna alle veldheeren, die bekend zijn als de grootsten, tot de gepassioneerden, terwijl tot de andere groepen bijna alleen mannen van den tweeden rang moeten gerekend worden. Slechts Wel lington, dien men stellig een strateeg van den eersten rang zal noemen, valt onder de phlegmatici. Men mag uit het aanwezig zijn van zooveel veldheeren van den eersten rang bij de groep der gepassioneerden de conclusie trekken, dat mannen van deze groep meer kans hebben dan die van andere groepen om een groot veld heer te worden. Behalve echter de allergrootste vindt men onder de gepassio neerden ook tal van veldheeren van minderen rang. Toch zijn zij ongetwijfeld mannen, die geheel voor zichzelf optreden en zelf standig kunnen werken. Vechtgeneraals, wier grootste kracht be staat in hun moed, welke gebruikt wordt door een persoon, die boven hen staat, vindt men vooral onder de cholerici ik denk aan Lannes, Ney, Zieten en ook wel aan Blücher terwijl de sanguinicus Murat daarnaast genoemd kan worden. De chefs van den generalen staf treft men aan bij de gepassio neerden en bij de phlegmatici, dus allen met sterke secundaire functie, zooals wel te verwachten was. Immers in geen betrekking is zoozeer noodig zucht tot orde, systematische zin en punctuali teit, eigenschappen, die juist door sterke secundaire functie zeer bevorderd worden". In de volgende hoofdstukken worden elk der karaktertypen van veldheeren n'ader besproken. Daar de groep gepassioneerden het grootst is moest daarop dieper worden ingegaan. De schrijver vraagt dan: „Is er eene verklaring te vinden voor het feit, dat emotionaliteit, activiteit en secundaire functie te zanten bij een zoo groot aantal veldheeren voorkomen? Het komt mij voor, dat de betrekkelijk groote emotionaliteit ongetwijfeld in dezen zin eene rol speelt, dat vele emotioneelen bij voorkeur het wapenhandwerk kiezen: de glimmende uniform, de verhalen van roemrijke daden, de lectuur van heldenbiogra- phieën hebben ten allen tijde invloed gehad op de beroepskeuze; 81

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 9