2. WENKEN VOOR HET PRACTISCH BEOEFENEN
VAN VELDVERSTERKING,
door
PIONIER.
III. OPSTELLINGEN VOOR GEWEERMITRAILLEURS.
De automatische wapens vormen het geraamte van een ter
verdediging ingericht terreindeel. De opstellingen daarvan (mi
trailleurnesten) vormen de steunpunten van het geheelgoede
bouw en inrichting daarvan is dus van veel belang.
Het G. V. I., overigens zeer sober, waar het terreinversterking
betreft, noemt als zoodanig voor geweermitrailleurs zoogenaamde
„T- vormige werkjes" (194).
De oorsprong daarvan is voor zoover mij bekend te vinden bij
Pfeifer Entwurf eines Exerzierreglernents fü r die Infanterie"
De bedoeling van den T-vorm is:
le. gelegenheid bieden tot zoowel frontaal als flankeerend vuur;
2e. zeer kleine doelen te bieden
3e. zich zoo goed mogelijk aan het terrein aan te passen.
Een oordeel over het verschil in tactisch inzicht, dat Pfeifer
doet eischen minstens 2 groepen met 2 automatische wapens
per steunpunt (nest), terwijl het G. V. I één g. m. groep noemt,
gaat buiten mijn bestek.
Uit technisch oogpunt zij het volgende aangeteekend
Het oude tracé van loopgraaf en steunpunt was als in figuur
1 en 2.
In gecultiveerd terrein met vrijwel meetkundige lijnen, rechte
wegen, afscheidingen van bouwlanden, perceelen enz. is dit een
daarvan afwijkende, dus bij luchtwaarneming opvallende vorm.
Volgen van de terreinlijnen is daarom noodig en dan is de T-
of L vorm tactisch gunstig (zie boven ad 3e).
Van dezen gunstigen vorm wordt met 2 automatische wapens
(zie figuur 3) beter partij getrokken dan met 1, dat, in het
ontmoetingspunt der armen opgesteld (als G. V. I. zegt), niet kan
flankeeren, doch daartoe verplaatst moet worden naar den be
dreigden vleugel.
Daarom zegt Pfeifer terecht, dat met slechts 1 automatisch
wapen beter een enkele schuin of loodrecht op het front staande
rechte ingraving kan worden benut (figuur 4).
Met 1 plaat.
152