De 3e Reserve-divisie, later versterkt door de Landweerdivisie von der Qoltz, zou den aanval moeten dekken tegen Augustow en Ossowjetz, uit welke richtingen een flankstoot te duchten viel wijl zichhier 4 a 6 Russische divisies verzamelden. Reeds op 4 September ving de Duitsche opmarsch aan. Den 7den September kwamen de vier linker legerkorpsen voor de Russische stellingen in de lijn Wehlau-Gerdauen-Nordenburg- Angerburg, doch de Duitsche aanvallen hadden geen gunstig verloop, vooral niet bij het XXe korps waar tegenover de Russen zich terdege versterkt schenen te hebben. De le en 8e Cavalerie divisie, die voor den beslissenden vleugel uitgingen, ondervonden eveneen shevigen tegenstand bij Kruglauken en Passessern, waar overigens ook een bittere strijd gevoerd moest worden door net XVIIe legerkorps, dat eerst op 9 September 's avonds lucht kreeg doordat het Ie korps kwam opdagen over Nikolaiken en Johannisburg. Op 10 September kwam echter vroegtijdig het bericht binnen dat de vijand 's nachts in front van het Ie Reservekorps zijn stellingen had ontruimd, vermoedelijk onderden indruk der flankbedreiging van de Duitsche korpsen I en XVII Rennenkampf had blijkbaar tot den terugtocht besloten en er bleef thans niet anders over dan te trachten, om door een krachtig nadringen den vijand nog zoo veel mogelijk afbreuk te doen. De omvattende vleugel werd nu tegen den straatweg Wirballen-Kowno aangezet. Echter „der Russe verstand, Rückzüge anzuordnen und Massen durch das Gelande auszerhalb der Straszen zu bewegen" zoodat, ondanks de scherpe vervolging, van een beslissende omvatting geen spra ke meer kon zijn en slechts bereikt werd, dat het leger van R e n- nenkampf in opgelosten toestand over de Njemen werd teruggeworpen, waarbij niettemin nog 45.000 krijgsgevangenen werden gemaakt. Uit de slagen van Tannenberg en de Masurische meren kan de leering worden geput dat het stoute initiatief van Hindenburg, waarvoor menig legerhoofd de verantwoording niet zou hebben durven dragen, tot het resultaat heeft geleid dat Oost-Pruisen bevrijd werd van een gevaarlijken indringer, die daarbij boven dien zoodanig buiten gevecht werd gesteld dat van die zijde voorshands geen gevaar meer te duchten viel. Moet men in verband met 's vijands overmacht bewondering koesteren voor een dergelijke, bijkans vermetele operatie, waarbij de numeriek zwakkere, op gevaar af van zelf vernietigd te worden, in den aanval het eenige middel zag, ook valt op te merken dat deze zoo uitnemend geslaagde operatie op de binnenlijnen werd uitgevoerd met groote kennis van zaken. Behalve toch doelbewust, werd door de leiding tevens gehandeld met groote voortvarend heid, waarbij ook door de troepen, vooral na den slag aan de Masurische meren, een verrassende snelheid werd ontwikkeld. Dat eerst het Narew-leger werd aangegrepen, moet juist worden 161

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 25