macht steeds gelegenheid zou hebben om tijdig te hulp te komen. Voegt men hier nog aan toe dat de opmarschweg van Hellas naar het hoofdobject Maidos door een défilé voert omgeven door steile hoogten aan de kust, dat bij een landing te Hellas van een door breking van mogelijk gescheiden opgestelde Turksche gevechts groepen gevolgd door een partieel slaan van deze nooit sprake kon zijn en dat men hier uitsluitend zou zijn aangewezen op de toepassing van den strategischen frontaanval met al de bezwaren daaraan verbonden, dan kan onze conclusie slechts deze zijn, dat aan een landing te Hellas alleen nadeelen waren verbonden. In verband met de ontvangen opdracht was Maidos het hoofdobject, wijl in de omgeving daarvan de voornaamste afsluitingen van het vaarwater lagen, die de geallieerde vloot den doortocht hadden belet. In dit geval was dus, ook al in verband met de beschik bare landingsgelegenheden, slechts één oplossing mogelijk n. 1. de strijdkrachten strategisch vereenigd aan land te zetten te Gaba Tepe, zoo dicht mogelijk bij het hoofdobject. Een geschikt we gennet in de richting van Maidos was wel is waar niet aanwezig, maar groot was de afstand tot Maidos niet en slechte wegver- houdingen maakten hier omgekeerd ook voor den verdediger het snel aantrekken van reserves naar het bedreigde punt niet mogelijk. Hierdoor was dus de kans groot de geheele expe- ditionnaire macht veilig aan land te hebben gebracht voordat 's vijands hoofdmacht zou zijn toegesneld. Waar bovendien te Gaba Tepe de kust over een breedte van 3 K. M. voor een landing geschikt was, kon een sterk le échelon aan land worden gezet, waardoor eventueel aldaar uitgestelde Turksche veiligheidsafdeelingen gemakkelijk zouden zijn teruggeworpen en de verdere ontscheping met weinig bezwaren onder dekking van dit échelon had kunnen plaats vinden. Door een krachtig doortasten na de landing in de richting Maidos met gelijktijdige bezetting door een strategische linker flankdekking van het sleutelpunt van Gallipoli, den allesbeheer- schenden Kodja Tsjemen Dagh, zouden a. Turksche afdeelingen, opgesteld op het Z. deel van het schiereiland, van hunne overland-verbindingen zijn afgesneden b. de verdedigingswerken nabij en Zuid van Maidos opgeruimd en die nabij Tsjanak en omgeving, aan de overzijde van het vaarwater, door middel van krombaangeschut op den duur even eens onschadelijk gemaakt kunnen worden, terwijl c. het bezit van den Kodja Tsjemen Dagh een hecht steunpunt voor een eventueel in N. richting door te zetten actie beteekende, aangezien ook het N. deel van het schiereiland van af dit punt voor een groot deel kon worden beheerscht. Vooral het sub. b genoemde voordeel had groote beteekenis in verband met de aan Hamilton verstrekte opdracht. Om voor de vloot een weg te banen was het immers noodzakelijk 165

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 29