5. UIT DE PRACTIJK.
HET VAREN OP DE BORNEORIVIEREN,
door
A. M. SIEREVELT.
Met genoegen nam ik kennis van bovengenoemde bijdrage,
gepubliceerd in de aflevering I.M.T. No. 8/1925 (Augustus-num-
mer), welk nummer me half November hier bereikte
Eindelijk weer eens een stem uit de praktijk.
Al is er geen actie, geen perang meer in de buitengewesten,
waarover men praktische wenken kan geven, praktijk is er nog
genoeg, w. o. het varen op de Borneo-rivieren (i.e. Z. O. Bor-
neorivieren, want in de W. Afdeeling kan men oneindig verder
het binnenland in, alvorens in het gevaarlijke gebied der stroom
versnellingen te komen).
In des schrijver's stukje heb ik tusschen de regels door ge
lezen dat hij geïnspireerd is geworden door het verdrinken in de
Kajanrivier, de nieuwe transportweg naar Longnawan, van een
Javaanschen sergeant, hem waarschijnlijk nog bekend uit zijn
Borneodienstperiode.
Dat droeve ongeluk geschiedde net in den tijd dat ik zelve
te Bandjermasin vertoefde in afwachting van mijn doorreis langs
dienzelfden weg naar Longnawan.
Hierdoor ben ik op de hoogte gekomen, later, van de oorzaken van
dit ongeluk dat niet had behoeden te geschieden!!!
Toen ik dan ook schrijvers stukje las, ben ik onmiddellijk
gaan speuren naar een hoofdpunt in de door hem gegeven ge
dragregels, welk punt ik echter niet vond. Wel iets wat er op
geleek in de allerlaatste alinea van zijn toelichtingen.
Naar mijne meening moet er in iedere instructie voor op ri
vieren en speciaal deze rivier varende transporten, patrouille's
e. d., waar de militairen niet als roeikracht benut mogen worden,
met groote, roode, vlammende letters staan geschreven
„De medevarende passagiers hebben zich te
onthouden van elke inmenging op hetgebied
der navigati e."
Evenals op ieder schip de gezagvoerder is „De schipper
naast God," evenals op ieder schip de passagiers niets met
de navigatie te maken mogen hebben, zoo heeft in een prauw
de passagier ook niets te zeggen, vooral als hij .geen transport
commandant is.
174
18 Augustus verzonden. Exp.