Ook hier is de „Kepala p erahoe de schipper
naast Go d".
Bij het afvaren van rivieren met kihams (stroomversnellingen;
ik zou schrijven „kiam", wat die „h" er in doet, is me in de
schrijfwijze op onze kaarten niet erg duidelijk) heeft één der
mannen vóór in de prauw het te zeggen.
Als die, in den regel met 1 of 2 woorden, aangeeft waar de
prauw naar toe moet, dan mag door de passagiers daar niet
tusschendoor geroepen worden. Alles hangt vaak van een on
deelbaar oogenblik af; men schiet vaak op een '/2 c.M. nauw
keurig langs een grooten steen en als de roeiers achter in de
prauw, door het „medewerken" van een passagier, de
waarschuwende uitroepen van hun kameraad vóór niet bijtijds
kunnen opvangen, dan moeten er ongelukken gebeuren.
En wat ik daarbij het ergste vind, is, dat vaak één of meer
roeiers mèt den passagier het slachtoffer worden.
Menschen die al hun krachten inspannen om de prauw in
vliegende vaart door een stroomversnelling te krijgen, worden dan
onschuldige, te beklagen slachtoffers van bemoeizuchtige passa
giers dieinhun rikketikzitten (Ik
hoop dit laatste woord in deze publicatie te mogen gebruiken.
Er is geen Holl. woord dat dit gevoel beter aan kan geven).
Ook het laatste ongeluk op de Kajanrivier is voor het groot
ste deel te wijten geweest aan 't ingrijpen van iemand die het
beier dacht te weten dan de roeiers, met het gevolg, dat de
eene helft van de roeiers deed wat ze moest doen, en de an
dere helft het tegenbevel van den passagier, i.e. een sergeant,
opvolgde, waardoor de prauw in de kihamgolven, waar hij juist
doorheengejakkerd had moeten worden, dwars op den stroom
kwam te liggen en omsloeg.
De schuldige passagier moest dit met den dood bekoopen en
helaas één der roeiers ook en ik herhaal, dit laatste vind ik
nog het ergste.
Het is volkomen logisch dat men als passagier zoo nu en
dan eens wit om den neus wordt, of dat men zijn hart wel eens
wat harder en vlugger hoort en voelt bonzen dan men gewoon
is, maar men houde in Godsnaam de kaken stijf op elkaar
klem desnoods de prauw stevig vast, net als iemand wien bij
den tandarts een kies getrokken moet worden en die de leuningen
van den stoel flink vastgrijpt, en zeg dan later met een kleine
variatie op een den Atjeh-officieren bekend gezegde, van een nu
zeer hervorragend persoon in de politiek: „Ik vertrouwde op
God, maar hield ook de prauw goed vast".
Verder kan ik schrijver mededeelen, dat hier langs den trans-
portweg Tandjoeng SeilorLongnawan (voor de hiermede niet
bekend zijnde lezers stroomaf 8 a 10 dagen, stroomop 30 a 40 dagen
voor lichte, kleine transporten van b.v. 3 prauwen; stroomaf 10
175