194
Betreffende de positie van Japan op het gebied der petroleumvoorraden
oordeelt schrijver als volgt.
„Die japanische Stellung in der Erdölfrage ist gegeben durch seine zwar
guten, aber nicht sehr umfangreichen Ölvorrate. Es musz also reine Olvorrats-
wirtschaft treiben und wiirde einer gemeinsamen Aktion der Angelsachsen
gegeniiber fast wehrlos gegeniiberstehen bei langerer Kriegsdauer, wenn es
sich nicht durch den neuesten Vgrtrag mit Ruszland in Sachalin Ölfelder ge-
sichert hatte und an eine Ausnutzung möglicher sibirischer Vorrate gedacht
werden könnte. Nur auf diesem Wege könnte es die ihm oft zugesprochene
Rolle als Vormacht der die Selbstbestimmung erstrebenden „Monsunlander"
wahren und seine Seemacht im Pazifik behaupten. Vom Rassenproblem abgese-
hen, bildet sich also auch durch diese Frage ein Qegensatz zu den U. S. A. heraus,
zumal auch der amerikanische Sinclair-Konzern eine Konzession in Sachalin hat."
Hauptmann Kirschner geeft liet slot van: „Der Stand der Luftfahrt in den
europaischen Fremdstaaten".
In „Neuzeitliche Heerestechnik. Anregungen zum Studium" opent F. Sonnen-
berg vele nieuwe gezichtspunten over het onderwerp invloed van de techniek
op tactiek en strategie.
In „Weltkriegsende an der mazedonischen Front" komt Erich Bergbrand op
tegen de meermalen geuite beschuldigingen tegen de Duitsche officieren, be
treffende de oorzaken van een minder goede verstandhouding tusschen hen en
de Bulgaarsche bondgenooten.
Revue militaire franqaise. Décembre 1925. De bekende schrijver lieu
tenant-colonel A. Grasset begint in dit nummer een studie: „Verdun.- Le pre
mier choc a la 72 division".
Van „A propos des raids transsahariens" door colonel O. Meynier verschijnt
het slot, waaruit een eigenaardige visie blijkt op de toekomst van Frankrijk,
die volgens schrijver in Afrika ligt.
In „Les groupes d'armées allemands au cours de la guerre" betoogd com
mandant Martin het nut van het systeem dezer legergroepen, welke a priori
onder éénhoofdig bevel moeten worden gesteld, hetwelk niet mag worden
uitgeoefend door een aanvoerder gekozen uit een der legers, die tegelijkertijd
het bevel over dat leger behoudt.
Capitaine de Gaulle behandelt: „Röle historique des places francaises". Hij
blijkt een voorstander te zijn van vestingen en is van meening dat ook weel
de laatste groote oorlog het bewijs voor haar groote waarde heeft geleverd.
Een belanrijk artikel is: „Essai sur l'emploi tactique du génie" door lieute
nant-colonel Bailies, waaruit we het volgende aanhalen:
„Les troupes du génie d'une grande unite sont eniployées en masse sous
Paction du commandant du génie de la grande unité. Dans les cas exCeption-
nels oü des détachements du génie sont affectés a une mission spéciale, cette
affectation est limitiée dans le temps et l'espace, et les détachements, après
mission remplie, rejoignent leur unité pour participer aux missions d'intérêt
général."
Een anonymus schrijft over „Les chars au Maroc en 1925". In „Nouvelles
militaires de l'Étranger" is een verslag der laatste Engelsche manoeuvres op
genomen.
Revue militaire suisse. Décembre. 1925. Hierin behandelt colonel F.
Feyler de „Neutralité helvétique, politique militaire, stratégie". Duidelijk wordt
de bijzondere verhouding van Zwitserland tegenover den Volkenbond uiteen
gezet. Schrijver betoogt dat deze verhouding echter nooit aanleiding mag ge
ven tot een „stratégie des petits paquets" een versnippering van het leger over
de landsgrenzen.
In „L'arme de l'air" zegt Ernest Naef dat het voor een kleine mogendheid
onmogelijk is in vredestijd een groote militaire luchtmacht te onderhouden en
oordeelt dat het eenige middel om in oorlogstijd over een voldoend aantal
geoefende vliegers te beschikken, is, het bevorderen van de civiele luchtmacht.
Major Anderegg vervolgt „Lévolution de notre artillerie lourde" en neemt
in dit vervolg de verbeteringen op welke in 191b in Zwitserland werden be-