3. STRATEGISCH-KRIJGSGESCHIED- KUNDIGE STUDIËN. III. De beteekenis van offensieve operatiën voor den strategischen verdediger (met 2 schetsen). De strategische aanvaller is hij, die zijn leger het vijandelijk land doet binnen rukken met een bepaald doel, in den regel het opzoeken en verslaan van de tegenpartij de strategische verdediger is degene, die in eigen gebied dezen strategischen aanval zal hebben af te weren. In onze verhoudingen zal onze taak derhalve zijn het voeren van de strategische verdediging. Het geheele wezen van den strategischen aanval leidt in beginsel tot een met alle beschikbare krachten en met groote snelheid uitvoeren van offensieve operatiën. De strategische verdediger, die een gunstigen uitslag nastreeft, zal zich daaraan echter onder geen omstandigheden ondergeschikt mogen maken. De beteekenis van offensieve operatiën geljlt voor hem dan ook in niet mindere mate. Alleen de aanval of de actief gevoerde verdediging kan tot de overwinning leiden en daardoor de macht verschaffen den tegenstander, ook al is deze de strategische aanvaller, te dwingen zich aan den wil van den overwinnaar te onderwerpen. Daarvoor is het noodig, dat de strategische verdediger er zich niet toe bepaalt de slagen af te weren, maar moet hij, waar de kans gunstig is, eveneens tot den aanval overgaan en -trachten den strategischen aanvaller te noodzaken diens handelingen naar de zijne te richten. De krijgsgeschiedenis biedt voor een dergelijk optreden een klassiek voorbeeld in de wijze, waarop Napoleon in 1814 de strategische verdediging van Frankrijk voerde. Hoe het daarentegen een strategischen verdediger vergaan kan, wanneer deze beginselen worden veronachtzaamd, kan blijken uit het hieronder geschetste verloop van den oorlog in Zuid- Afrika, van af het oogenblik, dat het opperbevel over hetEngel- sche leger door Lord Roberts was overgenomen tot en met den val van Kimberley. De kort op elkander gevolgde tegenslagen bij Stormberg, Magersfontein en Colenso hadden in Engeland diepen indruk gemaakt. Men sprak aldaar van de „black week". 216

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 16