alle beschikbare Cav. van de Midden- en Westgroep. De divtr bleven geheel zonder Cav. hetgeen organisatorisch onjuist is en zich ook later gewroken heeft. Op ruime schaal werd ook de bereden Inf. uitgebreid en de bereden vrijwilligerskorpsen versterkt. De bereden Inf. kwam echter eerst langzamerhand beschikbaar, omdat er tijd noodig was om ze als zoodanig geschikt te maken. Door de hierboven genoemde verbeteringen en de versterkingen uit Engeland had men binnen korten tijd een leger geschikt voor offensieve operatiën. Welk doel diende nu het eerst gekozen te worden Een eigenlijke hoofdmacht van den vijand was er niet. De ver schillende commando's, die niet ingedeeld waren bij een der drie hoofdgroepen (de troepen in Noord Kaapkolonie verder als één groep te beschouwen), traden nog min of meer zelfstandig op. Bloemfontein, de hoofdstad van Oranje-Vrijstaat, was voor deze verspreide groepen het centrale punt. Bij dezen stand van zaken diende men dus als le strate gisch o b j e c t één der drie hoofdgroepen of Bloemfontein te kiezen. Behalve zijn centrale ligging had Bloemfontein de betee- kenis van de hoofdstad des lands te zijn. De invloed van het verlies van deze plaats zou ongetwijfeld op de ongeordende dee- len van het Boerenleger een grooter moreelen invloed hebben gehad dan op een goed georganiseerde krijgsmacht. Gelukte het Roberts om Bloemfontein te bereiken, dan waren daarmede te vens rug en flanken der drie Boerengroepen bedreigd. Intusschen was het niet mogelijk naar Bloemfontein op te ruk ken, zonder een der vijandelijke groepen te passeeren. In verband met een en ander was voor le strategisch object, Bloemfontein als het ware aangewezen, en wel via een der drie vijandelijke legergroepen, waarmede uit den aard der zaak dan tevens een beslissing diende te worden gezocht. Omtrent de drie mogelijke operatielijnen kan het volgende worden opgemerkt le. via Ladysmith. De spoorlijn was grootendeels berglijn, met geringe capaciteit, vooral merkbaar bij het vervoer van een groote troepenmacht. Voorbij Ladysmith kon men rekenen op een vernielde spoorbaan. Dan was een opmarsch noodig door het Drakengebergte. Maar ook al was de spoorlijn in orde, dan zou men niet verder kun nen gaan dan Harrysmith. Vandaar zou dan nog 300 K. M. door een moeilijk begaanbare streek moeten worden afgelegd. Als voordeel van deze operatielijn zou kunnen worden aange merkt, dat het uitbreken van een opstand in de te doortrekken streek zou kunnen worden voorkomen. 2e. via Springfontein. De opmarsch was hier oogenschijnlijk belangrijk gunstiger. Een dubbele spoorlijn voerde van Port-Elisabeth en East-London 220

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 20