Of dit juist is valt zonder meer niet vast te stellen, maar in ieder geval geldt het hier dus een maatregel, waarbij zoowel de Minister van Marine a.i. als die van Koloniën rechtstreeks betrokken zijn- Wanneer door de Javabode in dit verband de Volksraad in het geding wordt gebracht, denkt men dan onwillekeuring ook aan den Minister van Koloniën, die in een nauwe staatsrechtelijke verhouding staat tot den Volksraad, hetgeen met den Minister van Marine niet het geval is. Hoewel ook wij deze begrootingsvermindering betreuren, heeft zij op ons toch geen al te diepen indruk gemaakt, aangezien de organisatie van de Indische weermacht nog niet berust op een vast omlijnd plan, en we geenszins de zekerheid hebben, dat het genoemde bedrag zou worden besteed aan middelen, die de In dische weermacht als geheel, het dringendst behoeft. We achten het in het geheel niet uitgesloten, dat de nieuwe Ministers van Koloniën en Marine a.i. eenige aandacht hebben geschonken aan het overtuigende pleidooi dat van legerzijde werd geleverd voor een logische organisatie van de Indisch weermacht in haar vollen omvang en dat zij zich in verband daarmede niet geheel hebben kunnen vereenigen met de thans blijkbaar gevolgde politiek van vlootbouw; althans een scherp omlijnd plan voor de organisatie van onze weermacht daaraan eerst ten grondslag willen zien gelegd. Ook in het Soerabajasch Handelsblad van 26 Maart j.l. wordt deze begrootings-vermindering besproken en door den zich G. teekenenden schrijver betreurd, welke teleurstelling als volgt tot uiting wordt gebracht. Ook deze schrijver veronderstelt dus de mogelijkheid, dat de minister zich eerst nog eens wil beraden bij het opbrengen van gelden waarvoor hij ten slotte de ministerieele verantwoorde lijkheid moet dragen. Bepaald onrecht wordt o.i. echter dezen bewindsman aangedaan door de mogelijkheid te opperen, dat hij bij dit beraad zich zou hebben laten beïnvloeden door fantastische vertoogen van hen, die Indië alleen willen verdedigen met een leger of met een luchtvloot. 245 „Is dit telegram misschien een teeken, dat we terugkeeren tot het systeem van: een nieuwe minister, dus een nieuw plan van defensie? Dat systeem, dat onze Marine gebracht heeft tot het peil, waarop zij thans staat. Is het misschien een teeken dat de fantastische vertoogen van hen, die Indië alleen willen verdedigen met een leger (zich ook een afdoende neutraliteits- handhaving hiermede voorstellen 1of met een luchtvloot, hun weg gevonden hebben naar het ministeriëele oor Wij zijn benieuwdmet spanning wachten wij af, hoe deze bewindsman, oud-landmachtofficier, thans professor, over het wèl en wee van de Marine, en daarmee ons landsbelang zal beslissen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 45