zich te bebben verspreid en een afwachtende houding aangenomen te hebben. Dus het initiatief was aan de colonne. Aan de kampoengbe- volking, die noodgedwongen of vrijwillig met de bendes heulde, werd aangezegd slechts bepaalde verbindingspaden voor het verkeer te gebruiken, terwijl alle andere paden, vooral die welke naar het gebergte leidden, verboden werden, en ieder, die daar op werd aangetroffen, als vijand behandeld. Door dezen maat regel werd het contact tusschen kampoengbevolking en verzetspartij zoo goed als verbroken. Tegelijkertijd werd een rustelooze patrouille-actie ingezet, over eenkomstig de hiervoren geschetste beginselen. Het resultaat was een reeks successen, waarbij de in kleine bendetjes zich opgelost hebbende verzetspartij steeds het loodje legde, en gevoelige verliezen leed. Dat door deze actie in het zware bergterrein veel van het physiek van den troep in verband met zijne geringe sterkte gevergd werd, en dat rustpauzen, om te fourageeren en de uitrusting aan te vullen, noodzakelijk waren, zal duidelijk zijn. Gedurende deze korte pauzen moest uitgekeken worden, dat de tegenpartij zich niet herstelde en het initiatief nam, door klewangaanvallen te doen op de transport loopende brigades, die aan bepaalde paden en transportbivaks gebonden waren. Om een succes aan 's vijands zijde bij deze gelegenheden te voorkomen, werd volgens de navolgende beginselen gehandeld. Langs de transportpaden behoorde de troep goed opgesloten en zoo mogelijk met tweeën te marcheeren, de karabijn op jagers manier onder den linkerarm, den riem om den benedenarm geslagen, de klewang, met den riem om den pols slagvaardig in de rechterhand. Het dragen van de karabijn met den riem aan den linkerschouder is herhaaldelijk noodlottig gebleken, zoo ook bij den aanval op de patrouille Deutschbein, waar geen tijd was geweest, om een schot op den aanvallenden vijand te lossen. Loopt het te volgen transportpad door bedekt terrein, als alang2-velden, suikerriettuinen, oude ladangs, enz., dan behoort de troep het pad te verlaten, door vier of meer meters zijwaarts daarvan door het terrein te loopen. Eventueel langs het pad in hinderlaag liggende vijanden worden dan in de flank of rug bedreigd, waardoor zij, bemerkende dat hun toeleg is mislukt, gewoon lijk in verwarring trachten te ontwijken. Een dergelijk geval deed zich gedurende de colonne twee maal voor. Niettegenstaande in het eene geval 100 kwaadwilligen in hinderlaag in een uitgestrekt alang2-veld lagen, sloegen zij, toen zij door een brigade (18 karabijnen sterk), die even vóón het alang2-veld het pad verlaten had, in den rug aangevalier werden, op de vlucht. Er is nog een andere methode, die onder bijzondere omstan digheden van nut kan zijn, om den vijand de lust tot het doen 204

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 4