bevoegde hand.
253
Maka terseboetlah perkata-an Siti Saleh ditinggalkan oleh Sultan Ibrahim
inaka beberapa lamanja maka Siti Saleh poen hamillah, maka apabila sampailah
genap sembilan boelan pada saat jang baik. Maka Siti Saleh poen beranak
sa-orang laki2 terlaloe baik roepanja clan sikapnja. Maka dipeliharakan oleh
Siti Saleh akan anaknja dengan sapertinja dan terlaloe amat kasih serta dinamai
akan anaknja Mohamed Tahir Maka beberapa lamanja antaranja Mohamed
Tahir poen besarlah. Maka iapoen bermain2 bersama dengan segala kanak2
apabila hari petang Mohamed Tahir poen kombali karoemahnja sedekala demikian
kerdjanja. Maka soeatoe hari Mohamed Tahir bermain poela dengan segala
kanak2, maka laloe ia berkelai. Maka sekalian itoe moeafakatlah dengan teman-
nja. Maka kata setengah kanak2 itoe: djangan kita lawan Mohamed Tahir itoe
bermain, karena terlaloe amat nakalnja. Maka kata setengahnjapatoetlah ia
ini nakal, karena tiada bagainja bapa, tetapi ada sa-orang fakir bermalam pada
roemah iboenja. Kalau2 fakir itoe bapanja, entah deripada zina, karena sangat
djahat kelakoeannja. Setelah didengar oleh Mohamed Tahir kata sekalian
kanak2 itoe.
10. ORGAAN N. 1. O. V. FEBRUARI- EN MAART-NUMMER.
In het Februarinummer treffen we o.m. een nuttige bespreking aan over
„het voorschrift menages 1925" welke zich, naar de redactie aanteekent, de
volle aandacht van de betrokken gezaghebbenden mocht verzekeren.
Op een in het A.I.D. van 11 Februari j.l. verschenen artikel over -«het nieuwe
beoordeelingsstelsel" wordt eenig commentaar geleverd, en een voorbeeld bij-
gevoegd van een beoordeelingslijst voor luitenants, opgemaakt door alleszins
Het ook in het l.M.T. besproken artikel uit den Indischen Gids van George
Nijpels „Het veiligstellen van Nederlandsch-Indië", wordt aan een bespreking
onderworpen, welke zooals wel verwacht kon worden, geen onverdeelden bij
val inhoudt.
Het overzicht van verschenen publicaties over het onderwerp „Leger en
Vloot" wordt, voorzien van de noodige kantteekeningen, voortgezet. De be
langstelling voor dit onderwerp is nog steeds merkbaar een gelukkig ver
schijnsel.
In de Mcdedeelingen van het Hoofdbestuur" is de agenda van de op 17, 18
en 19 April 1926 te Bandoeng te houden algemeene vergadering van de N.I.
O.V. opgenomen.
Onder de te bespreken onderwerpen verdient speciale vermelding; „De pro
motie bij de infanterie tot majoor en kapitein."
Dit vraagstuk zal worden ingeleid door den kapitein van den Generalen Stat
F. Kroon. Onder de achtereenvolgens ter sprake te brengen punten lezen we
„15. De toestand bij de infanterie is dermate ongunstig, dat zelfs een aan
zienlijke uitbereiding van het aantal hoofdofficiersplaatsen geen afdoende
verbetering zal brengen.
16 De bedoelde aanzienlijke uitbreiding zal daarom noodwendig gepaard
moeten gaan met een zeer strenge selectie voor den majoorsrang, een selectie
veel strenger, dan die welke de eischen ten aanzien van de geschiktheid voor
den majoorsrang te stellen, gebiedt."
Met belangstelling zien we het verslag der besprekingen over dit onderwerp
tegemoet.
Het Maartnummer begint met een interessant overzicht van de gebeurtenis-
sen, die zich in het afgeloopen jaar in het Verre Oosten hebben afgespeeld.
De deskundige schrijver, kapitein W. J. Lucardie, behandelt achtereenvolgens
1. het Russisch-Japansche verdrag,
2. binnenlandsche toestanden en buitenlandsche verhoudingen ten aanzien
van China,
Schrijfwijze door de examencommissie bekend gemaakt.