262
Een belangrijk artikel is: „Welchen Einflusz üben die neuzeitlichen Verkehrs-
mittel auf die taktische und operative Kriegsfiihrung aus?"
Achtereenvolgens wordt de invloed der spoorwegen, auto's, rijwielen en
motorrijwielen, vliegtuigen, luchtschepen en gewone schepen nagegaan.
In het algemeen zegt schrijver:
„Die neuzeitlichen Verkehrsmittel begünstigen zweifelsohne eine Kriegsfiihrung,
die operative Absichten hat und nicht im reinen Abringen der Krafte ihre
Ziele zu erreichen sucht, ebenso wie sie eine Kriegsfiihrung begtinstigen, die
mit der Zeit rechnet und in Schnelligkeit von Entschlusz und Handeln ihre
Ueberlegenheit sucht. Sie bringen, was die Motorisierung der Kampftruppen
anbelangt, nicht unbedingt dem den Vorteil, der die meisten solcher motori-
sierten Trappen hat, den ebenso sicher, wie sie die Beweglichkeit der Truppen
bei zahlreichen und guten Straszen erhöhen, schranken sie deren taktische
Verwendbarkeit ein und lahmen bei ungunstigen Gelande- und Witterungs-
verhaltnissen die Beweglichkeit.
Ihre Wirkung ist relativ insofern, als der Gegner die Verkehrsmittel
meistens auch besitzen wird. Wo das der Fall ist, wird der den gröszten
Nutzen von ihnen haben, der sie am entschlossensten ausniitzt und in der
besten Weise einsetzt. Insofern andern sie nur das Gesicht des Krieges, ohne
sein Wesen beriihren und die Grundfragen der Führung andern zu können."
Oberst a. D. Stollberger geeft een artikel over„Kampf und Gefecht bei
Nebel" en legt er den nadruk op, dat bij nevel en mist de omstandigheden
dikwijls moeilijker zijn dan bij duisternis, welke laatste minder hinderpalen aan
kunstlicht en geluid als hulpmiddelen in den weg legt.
In „Weltmacht und Weltnachrichtendiensl" wijst Oberleutnant Seifert er op,
dat een der belangrijkste machtsfactoren in toekomstige oorlogen het onge
stoord bezit van telegraafverbindingen (kabel- en radio-) zal zijn en hoe Duitsch-
land in den laatsten oorlog ten zeerste heeft geleden onder de „Nachrichten-
blockade."
Het „Militarpolitische Uebersicht" wijdt eenige bladzijden aan het vraagstuk,
waarvoor de door den Raad van den Volkenbond ingestelde „voorbereidings
commissie voor de ontwapeningsconferentie" wordt gesteld.
Revue d'artillerie. Janvier 1926. Generaal Roger vangt een lijvige studie
aan over: „Les .transmissions téléphoniques de l'artillerie en relation avec les
progrès de l'arme et sa liaison avec l'infanterie."
Generaal Vouiliemin schrijft een wijsgeerig artikel: „Quelques reflections
sur la probabilité."
De boeiende studie: „Les 21 et 22 aoüt 1914 a la 19e division. Arsimont"
van colonel Valarché geeft een uitstekende kijk op de zorgelooze wijze waarop
in 1914 de Fr. troepen den vijand tegemoet gingen en op de zeer gebrekkige
hulpmiddelen waarover hun artillerie voor den verbindingsdienst, zelfs voor
die ten behoeve van de eigen vuurleiding, beschikte.
M. de Vaux de Foletier geeft een geschiedkundige bijdrage getiteld „Galiot
de Genouillac a Marignan". De slag bij Marignan werd door de Fr. troepen
onder Frans I tegen de Zwitsers gewonnen.
Militar Wochenblatt. Januar 1926. No. 28. Hieruit vermelden we het
slot van „Beitrage zur Verteidigung der Festung Verdun im Jahre 1916".
Voorts een artikel van den Poolschen Professer Dabrowski over „Der englisch-
französische und englisch-russische Gegensatz."
Generalmajor a. D. Witte geeft eene beschouwing over: „Weshalb die Mi-
uenwerfer zur Infanterie und nicht zur Artillerie gehören."
Hierin zegt schrijver:" Am sichersten und zuverlassigsten wird die Infanterie
unterstiitzt dutch eine stark wirkende Waffe, die im Kampfbereich der
Infanterie selbst Aufstellung findet, deren Feuer also von ihr selbst zu jeder
Zeit und auf jedes Ziel schnell gelenkt werden kann. Das ist der M. W. Wiired
man unter solchen Verhaltnissen nicht den ganzen Vorteil der schnellen und
zuverlassigen Verbindung durch Unterstellung der M. W. unter den rückwarts
befindlichen Artilleriefiihrer wieder aufheben
Onder „Heere und Flotte" vinden we, in Engeland met zeer kleine vecht-
wagens genomen, proeven vermeld.
