probeerden met een schrikbewind, om hun overwicht op de be volking te herstellen. Verscheidene goedgezinde hoofden werden vermoord, „luer un seul c'est terrasser milliersaldus hoopte men blijkbaar. Maarhet lukte niet. Het was de laatste stuiptrekking van het verzet. Met medewerking der bevolking werden de laatste onverzoen- lijken en desperado's uitgeroeid, en na 1914 waren in die eens zoo woelige bergstreken geen uitgewekenen meer en werd de rust sedert niet meer verstoord. Wel dreigden en dreigen nog steeds rustverstoringen, daar de periode van rust en orde nog niet lang genoeg geduurd heeft om alle tusschen de verschillende partijen bestaande veetes en geschillen te doen verdwijnen, de ruwe zeden door onderwijs te verzachten, eerzucht en drang naar daden van enkelen in juiste banen te leiden, en de herinneringen aan de bloedige krijgsjaren van voorheen te doen vervagen. Nog steeds moet het bestuur in die streken nauwkeurig de stroomingen onder de bevolking observeeren, goed aanvoelen en bijtijds ingrijpen, en steeds nog moeten de troepen op hun qui vive zijn, overal in Atjeh, maar in het bijzonder in de het laatst gepacificeerde streken als de Westkust en het binnenland. 207

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 7