van Justitie is dan ook meermalen aangedrongen, zoo al niet op eene geheele afschaffing, dan toch op een terugbrengen van de indeeling van dwangarbeiders bij het Leger tot de kleinst moge lijke afmetingen. De man toch moet voelen dat hij gestraft is en van deze straf moet een verbeterende invloed uitgaan, zoodat hij weer, zoodra zijn straftijd om is, als een bruikbaar mensch in de maatschappij kan worden teruggeplaatst. Dit is de grondgedachte waarvan de Justitie uitgaat. En of die grondgedachte bij boven genoemde te werkstelling wel altijd tot haar recht komt, valt ten zeerste te betwijfelen. Bij het Leger in de Buitengewesten zijn alleen zwaar gestraften ingedeeld met langen straftijd, opdat ze niet ieder oogenblik door anderen vervangen moeten worden en de posten blijven beschikken over getrainde physiek-krachtige kerels, geschikt voor de hen wachtende taak. Deze heeren genieten eene betrekkelijke vrijheid, leven op patrouille met de soldaten mee en van het voelen dat ze eigenlijk veroordeelden zijn, blijft vaak maar een jammerlijk schijntje over. Het is dan ook een feit dat het Leger over het algemeen bij de dwangarbeiders buitengewoon lakoe is. Doch zooals in den aanvang reeds werd gezegd, de bijzondere toestanden in de Buitengewesten laten eene afschaffing van deze tewerkstelling bij het Leger voorloopig nog niet toe en moet dit uit een oogpunt van straftoepassing als een noodzakelijk kwaad worden aangenomen. Dat de dwangarbeiders echter, zoodra de arbeiderstoestanden in de Buitengewesten dit zullen mogelijk maken, gedoemd zijn om eerlang van de militaire posten en garnizoenen in die gewesten te verdwijnen, is buiten twijfel, vooral ook waar de hervormingen bij het Gevangeniswezen in de laatste 20 jaren door de instelling van den arbeid binnen de gevangenismuren, eene betere straftoepassing mogelijk hebben gemaakt. Vroeger kende men geen arbeid binnen de muren, gingen vrijwel alle zwaar gestraften naar de Buitengewesten en bleven de lichtgestraften op Java voor het onderhoud van wegen en ge bouwen, enz. Sinds 1905 is deze toestand geheel gewijzigd. Succes sievelijk zijn op Java groote .centrale gevangenissen verrezen waar aan annex uitgebreide werkplaatsen en bedrijven, die zich in den loop der jaren krachtig hebben ontwikkeld en thans in staat zijn te voldoen aan de vele aanvragen om goederen en artikelen voor de verschillende Gouvernements-diensten. Vele dezer groote ge- vangenisbedrijven zijn speciaal ingericht voor het Leger, zoodat tal van artikelen, die vroeger uit Europa kwamen, thans hier worden vervaardigd met als natuurlijk gevolg dat bij eene isoleering van y3J^ een eventueel volgenden oorlog de moeilijkheden van aan schaffing der kleeding- en uitrusting-stukken voor het Leger tot een minimum worden beperkt. Het is het streven van de Leiding van het Gevangeniswezen om hierin nog steeds verbetering te brengen en hieraan de grootst mogelijke uitbreiding te geven. 209

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 9