3. ZOEKLICHTEN OVER DEN PACIFIC
door
Dr. W. K. H. FEUILLETAU DE BRUYN.
Nadat in het laatst van 1918 de wereldoorlog ten einde was,
zette in Januari 1919 een Engelsch eskader onder commando
van Lord Jellicoe door het Suezkanaal koers naar het Oosten
om met de Zuidzee Dominions plannen te ontwerpen tot den
bouw van een machtige Far Eastern vloot, die zou steunen op
de vlootbasis Singapore. Een half jaar later in Augustus 1919
voer de Amerikaansche Armada door het Panamakanaal naar
het Westen. Tot de tanden gewapend kwamen de Geallieerde
Zeemogendheden in den Pacific tegenover elkander te staan
„Zelden heeft zich zóó sterk het gevaar voor den vrede geopen
baard, dat schuilt in het enkele feit van het gereed hebben van
groote krijgstoerustingen", zegt professor van Eysinga.
Zoo had zich het zwaartepunt der wereldpolitiek van West-
Europa, waar Duitschlands weermacht te land geslagen was,
waar de Duitsche vloot bij Scapaflow op den bodem der zee
lag, naar den Pacific verplaatst.
In de jaren na den oorlog nam de bewapeningswedijver
in den Pacific hand over hand toe, totdat de staatslieden der
Groote Mogendheden begrepen, dat het zóó niet langer meer
ging, dat er iets moest gedaan worden om een uitbarsting te
voorkomen. Zoo kwam het Washingtonverdrag tot stand, dat
ons een tijdelijke ontspanning heeft gebracht.
Wij zullen zien, dat het Washingtonverdrag geen definitieve
vreedzame oplossing heeft kunnen vinden van de economische
en staatkundige problemen van den Pacific. Dat wil niet zeggen,
dat het onmogelijk is, dat die problemen op vreedzame wijze
zullen worden opgelost. Maar de kansen dat dit zal geschieden
zijn zeer klein. Voorloopig is het niet te voorzien, dat de
vredesbeweging zulke snelle vorderingen zal maken, zoo'n
ingrijpende wijziging in de mentaliteit van de bevolking der rand-
279
Ik hebbe geduyrende den storm naar myn
cranke vermogen almede helpen uytkycken
en selfs in 't allerhartst van 't weder boven-
gestaan.
Jan de Witt.
Prof. Jhr. Mr. W. J. M. van Eysinga. De Stille Zuidzee in het heden-
daagsche statenstelsel. Voordracht gehouden in de vergadering van 24-2-'22
van het Indische Genootschap p. 36.