I 4. STRATEGISCH-KRIJGSGESCHIEDKUNDIGE STUDIËN. IV. De uitvoering van den strategischen aanval. Toegelicht door voorbeelden uit den Russisch-Japanschen oorlog (met drie schetsen). De voordeelen verbonden aan den strategischen aanval be hoeven nauwelijks toelichting. De aanvaller heeft het initiatief, terwijl een aanvallend optreden doorgaans in hooge mate ver heffend werkt op het moreel der troepen. Bovendien opent de strategische aanval veelal de mogelijkheid den krijg op het grondgebied van den tegenstander over te brengen, waardoor het eigen land gespaard blijft voor de onheilen van den oorlog een omstandigheid die niet genoeg naar waarde kan worden geschat, want de ervaring leert, dat de door den oorlog geteis terde streken hiervan dikwijls nog jaren later de onmiskenbare sporen vertoonen. Niet altijd kan natuurlijk van. het overbrengen van den strijd op vijandelijk grondgebied sprake zijn. Maar dan is aan offen sieve operatiën altijd nog net onmiskenbare voordeel verbonden dat door de beweging, die het kenmerk van den strategischen aanval moet zijn, het leger steeds in nieuwe streken wordt ge bracht, welke afwisseling ongetwijfeld een heilzamen invloed zal uitoefenen en in moeilijke omstandigheden voor den troep zelfs een weldaad kan zijn. Vanzelfsprekend zijn aan den strategischen aanval ook nadeelen verbonden. Door beweging ontstaat uiteraard wrijving en wordt van den troep grootere" krachtsinspanning geëischt, dan bij een defensieve houding het geval zou zijn. Waarbij dan nog komt, dat bij offensieve operatiën de verbindingen allengs langer en kwetsbaarder worden, waardoor eerstens moeilijkheden kunnen ontstaan in den dienst van aan- en afvoer, terwijl lange verbin dingslijnen overigens een aanzienlijk aantal dekkingstroepen ver- eischen, welke in mindering van het veldleger komen. Dit neemt echter niet weg, dat de strategische aanval blijkens de krijgsgeschiedenis de sterkere vorm is en dat in elk geval geen voorbeelden zijn aan te wijzen, waarbij afdoende resultaten bereikt werden door een zuivere defensieve houding. De aanvaller behoort er echter naar te streven de aan den aanval verbonden nadeelen tot de geringste afmetingen terug te brengen, door aan de offensieve gedachte een zoodanige uitvoering te geven, dat 297

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 33