waarts komt. Hieruit en uit het feit, dat van de Tapirodwergen
indertijd werd vernomen, dat ze oorspronkelijk van de N. zijde
van den Centralen keten waren gekomen, vermeent men de ge
volgtrekking te kunnen maken, dat het stamland van de pygmaeën
zich aan de N.-zijde van het Nassaugebergte moet bevinden, ter
plaatse, waar op de schets „onbekend" vermeld staat.
Het oorspronkelijk plan.
Aan de hand van de zeer weinige gegevens, kaarten en litera
tuur, welke te Washington ter beschikking stonden, stelden de
Amerikanen zich voor, het onbekende gebied in N.-Guinee per
vliegtuig te bereiken door van de Z.-kust uit ongeveer den zelf
den weg te volgen als in 1910/11 W. Goodfellow had genomen,
waarbij men zich Merauke als operatiebasis dacht.
In Batavia wilde men een schip charteren om de expeditieleden
en het vliegtuig daarheen over te brengen, terwijl men verder
hoopte, voldoende diep in het binnenland één of meer water
vlakten van voldoende breedte en diepte aan te treffen, geschikt
als landingsplaats voor het vliegtuig.
De detailregeling dacht men zich in Ned.-Indië zelf, aan de
hand van betere gegevens, te regelen.
Het gewijzigd plan:
Door de Ned. Ind.-Regeering werd op de vrijwel onoverkome
lijke moeilijkheden gewezen aan de uitvoering van een dergelijk
fantastisch plan verbonden.
Geholpen door het Ind. Comité voor wetenschappelijke onder
zoekingen werd een geheel gewijzigd plan ontworpen, welk plan
o. a. deelname inhield van Nederlandsche medewerkers.
In stede van het Zuiden uit, zou men van het Noorden uit
trachten het land binnen te dringen, daarbij gebruik makende
van de Mamberamorivier als operatielijn.
Hoewel dit plan op een meer rationeele basis was gesteld,
kon het toch niet de toets eener rustige en nuchtere kritiek door
staan en gaf het geen zekerheid, dat hiermede het gestelde doel
zou worden bereikt.
Het door het Ind. Comité opgemaakt plan bleek n.l. reeds uit
een veiligheidsoogpunt onaanvaardbaar.
De expeditie stond en viel n.l. met het vliegtuig en waar toch
bezwaarlijk de uitslag eener kostbare expeditie afhankelijk kon
worden gesteld van de bedrijfszekerheid van één enkel vliegtuig,
was het geheele plan feitelijk reeds veroordeeld.
Ook met de wijze waarop het vliegtuig zou worden gebezigd
was de veiligheid van het deelnemend personeel hoogst onvol
doende gewaarborgd, zulks in verband met de terreinsgesteldheid,
de bevolkingsmentaliteit en de onmogelijkheid van tijdige hulp
verleening, waardoor onnoodig menschenlevens in de waagschaal
zouden worden gesteld.
267