Kuropatkin werd in de gevechtsbevelen tevens aangegeven, dat een doorbreking zou worden verricht door de uit de legerreserve te versterken „West-afdeeling", indien Oyama door de bedreiging van de „Oost-afdeeling'' er toe mocht overgaan zijn hoofdmacht op diens rechtervleugel in te zetten. Niet de aanvaller beheerscht hier dus den tegenstander, maar omgekeerd. Men kan zich denken wat van dit hinken op twee gedachten (omtrekking en doorbreking) terecht moest komen. Een zoodanige opzet moet wel op een volledige mislukking uit- loopen. Eerst op 5 Oct. werd opgerukt, hoewel het evenvermelde aan valsplan reeds drie dagen te voren was bekend gemaakt. In breed front naderden zoowel de West- als de Oost-afdeeling de Schiliho, waarbij tusschen beide groepen verband moest worden gelegd en onderhouden door het detachement Mau, voor welk doel Kuropatkin één brigade voldoende achtte. Oyama, die door spionnenberichten en uit papieren van een gesneuveld Russisch stafofficier inzicht had verkregen in de plannen en voornemens van den tegenstander, besloot om 's vijands bedoelingen te doorkruisen door een tegenoffensief op den West vleugel, dat op 8 Oct. door het 2e Japansche leger werd ingeleid, gevolgd door een offensiefstoot van het 4e leger a cheval van de spoorbaan. Feitelijk dus min of meer een vleugelaan val, wijl het grootste deel (2/3) der J. strijdkrachten frontaal tegen den Russischen rechtervleugel werd ingezet (zie schets No. 2), al lag een vleugelaanval aanvankelijk misschien niet in de bedoeling. Door dit stoutmoedige optreden verloor Kuropatkin onmiddellijk zijn zelfvertrouwen; het offensief werd aan Russische zijde afge broken en op 13 October vinden we de Russische strijdkrachten gedisloceerd op den N. oever van de Schaho. Beschouwingen. Tot nog toe had aan Russische zijde de „Stellungreiterei" hoogtij gevierd en 't viel derhalve te loven dat Kuropatkin thans eindelijk het initiatief tot den aanval nam. Echter bleek deze bevelhebber niet bere kend voor het ontwerpen en nog minder voor het uitvoeren van offensieve operatiën. Zijn plan hinkte op twee gedachten en ging uit van de verkeerde doelstelling, den tegenstander slechts terug te werpen in stede van te vernietigen en zulks niettegenstaande de beschikbare overmacht. Verder had K u- ropatkin het voornemen om den Japanschen rechtervleugel te omtrekken, doch voor dit doel bestemde hij niet het gros zijner strijdkrachten, zooals de strategie wil, doch zien wij daarentegen een verdeeling in drie, nagenoeg gelijk waardige groepen. De omtrekkende groep was slechts weinig sterker dan de frontgroep; waarbij dan nog komt dat de alge- meene reserve, die bij een omtrekking achter de beslissende groep behoort te volgen, thans door Kuropatkin achter de front- groep wordt opgesteld. Ondersteuning van de beslissende Oost- 306

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 42