afdeeling uit de reserve zou dus nooit tijdig kunnen plaats hebben,
ook al, omdat het zware bergterrein op den oostvleugel aan een
spoedig oprukken de noodige bezwaren in den weg zou leggen.
Ten slotte werd voor een omtrekking lang niet ver genoeg
uitgehaald en was de keuze van den te omtrekken vleugel weinig
gelukkig. In de onderstelling toch, dat een omtrekking om den
Oost-vleugel kans van slagen zou hebben gehad, zou het resultaat
geen ander geweest zijn, dan dat de vijand op zijn verbindingen
was teruggeworpen. Bij het gelukken van een omtrekking op den
West-vleugel zou de tegenpartij echter juist van zijn verbindingen
zijn afgesneden. Bovendien zou een omtrekking om den Oost
vleugel, gelet op het zware bergterrein, slechts zeer langzaam
kunnen vorderendoor de daarin aanwezige bergpassen zou
reeds een zwakke macht des vijands in staat zijn, den aanvaller
een aanzienlijke vertraging te bezorgen. Hier had Kuropatkin
juist een zwakke afdeeling moeten plaatsen om zijn terugtochts-
lijn veilig te stellen en met de hoofdmacht zijner strijdkrachten
een omtrekking om den West-vleugel moeten uitvoeren, waar her
vlakke terrein zich bovendien meer voor een verplaatsing van
groote troepenlichamen eigende.
Slag aan de Schaho. In het tijdvak November '04Januari '05
vond een nieuwe groepeering plaats der Russische strijdkrachten,
die thans in 3 Armeeën werden ingedeeld. De le Armee (120
batons) stond onder de bevelen van Linewitsch en vormde den
linkervleugel; de 2e Armee (72 batons) onder Grippenberg
en de 3e Armee (127 batons) onder K a u 1 b a r s vormden respec
tievelijk den rechtervleugel en het centrum der Russische opstelling
aan de Schaho (zie schets No 3
Aan Japansche zijde bleef de toestand vrijwel onveranderd,
totdat begin Januari Port-Arthur voor de Russen- verloren ging,
waardoor Oy ama het 3e leger onder N o g i beschikbaar kreeg.
Voor de Russen was het dus zaak om een beslissing te ver
krijgen, alvorens het 3e Japansche leger zou zijn aangetrokken.
In verband met een en ander werd nu door Kuropatkin
een krijgsraad belegd, waarin Grippenberg met het voor
stel kwam, om de tot 7 korpsen te versterken 2e Armee een
omtrekking om den Japanschen linkervleugel
te doen verrichten. Een plan dat inderdaad uitzicht op succes
beloofde, wijl eerstens deze vleugel om de reeds door ons ver
melde redenen de strategische vleugel was, terwijl verder door
de voorgestelde verdeeling het zwaartepunt van den aanval,
geheel overeenkomstig de eischen bij een omtrekking, naar dien
beslissenden vleugel zou worden verlegd. Het plan werd echter
aangevochten door de bevelhebbers van de beide andere Armeeën,
307
De op schets No 3 bij de 3 Armeeën gestelde sterkten slaan op een later
tijdvak.