6. UIT DE PERS. De verdediging van Nederlandse h-Indië Een stem uit de Marine. De Vereeniging Onze Vloot heeft te 's Gravenhage eene vergadering gehouden, waarin als spreker optrad luitenant ter zee le klasse H. Ferwerda, met het onderwerp: „Vloot en leger bij de verdediging van Nederlandsch-Indië". Eene korte beschouwing over deze lezing, waaruit de hoofdlijnen van het betoog zouden zijn op te maken, heeft men in de Indische bladen kunnen lezen. Het schijnt ons thans nog niet het juiste oogenblik toe om tot eene bespreking van deze lezing over te gaan. De gegevens, waarover wij te beschikken hebben, zijn daarvoor nog te vaag. Zoodra het verslag der bijeenkomst in druk zal zijn verschenen, hopen we er nader op terug te komen. Thans moge worden volstaan met de algemeene opmerking, dat deze lezing klaarblijkelijk kan worden beschouwd als een weerklank op de betoogen, die aan het einde van het vorig jaar van legerzijde werden geleverd ten einde te geraken tot een doelmatige oplossing van het Indische weermachtsvraagstuk en zulks als reactie op het langzamerhand berucht geworden ontwerp vlootwet 1925. Dat de Heer Ferwerda blijkens het exposé zijner lezing zich evenmin met het ontwerp kan vereenigen, zal dan ook met instem ming zijn vernomen. Doch -ook afgescheiden hiervan, moeten we deze meeningsuiting met waardeering begroeten. Het is toch ten hoogste gewenscht, dat over dit vraagstuk het volle licht schijneZoolang het weermachtsvraagstuk nog een vraagstuk is, moet iedere deskundige behandeling op prijs worden gesteld, omdat slechts uit een zakelijke uitwisseling der verschil lende meeningen ten slotte de waarheid naar voren kan komen. Het standpunt van Mr. Talma, samen te vatten in de woorden: „Het moet nu maar eens uit zijn met het gepraat over de defensie" wordt dus blijkbaar gelukkig ook in marinekringen niet gedeeld. Het gaat hier n. 1., zooals bij de lezing van Majoor Geldorp destijds naar voren werd gebracht en zooals ook door den Heer Boerstra in zijn bekend artikel werd gezegd, „om belangen, welke de officieren van marine en leger gemeen schappelijk, schouder aan schouder hebben te behartigen en te verdedige n." 317

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 53