324 Wiil dit tegenover de tegenwoordige mogelijkheden—mogelijkheden, welke de soc. democraten zoo krachtig mogelijk willen bevorderen-ongetwijfeld uit ontwikkelings- en beschavings-oogpunt een achteruitgang zou zijn, men voor de keus: het Nederlandsch régime handhaven, of het gebied over zien gaan in de heerschappij van een grootere, sterkere mogendheid, waarvoor dan in aanmerking zouden komen: de Ver. Staten, Groot Biittannie Japan. Dat een dergelijke overgang zonder oorlog, dien zelfs de Volkenbond, waar bij Amerika immers nog niet is aangesloten met zou kunnen voorkomen tus- schen twee of wel alle drie dezer mogendheden zou plaats kunnen hebben, valt niet aan te nemen, zoodat ook in het belang van den wereldvrede e handhaving van het Nederlandsch gezag, totdat de groote meerderheid der bevolking door zelfbestuur den noodigen samenhang tot onafhankelijkheid zal hebben verkregen, gewenscht is. Intussch staat één ding vast; Insulinde verdedigen tegen één van deze mo gendheden, kunnen wij niet al zou de leuze Indie weerbaar d.w. z. bewape ning der Indische bevolking zelf—gesteld ze wil onder het Nederlandsch ge- zno vechten—voor verwezenlijking vatbaar zijn. Zoodanige bewapening van Indië, dat het te verdedigen zou zijn tegenov inbezitneming door een der genoemde mogendheden, is uitgesloten. Maar de kans dat die mogendheden daartoe geen pogingen doen, is, gezien haar on derlinge tegenstellingen, zeer groot, mits er een politiek wordt gevoerd van de open deur en mits er geordende toestanden bestaan d.w. z. de veih^heic van menschen en goederen wordt gewaarborgd. j-,-_ ;c ppn ,Pw Voor de waarborging van veiligheid van personen en goedeien is een zek legermacht onontbeerlijk. Het Ned. Ind. leger heeft een sterkte van 33724 man. Verder kan gerekend worden op een uit de Europeesche bevolking gerecru- teerde militie van ruim 10.000 man. De politiemacht is in de latere jaren uitgebreid en op meer modernen voet ingericht. Maar er moet aangenomen worden, dat in tijden van oorlog of onrust, we ke optreden noodig zouden maken, in de politie zeker met aan haar gewone taak '<aWaneer"nu"gerekend wordt, dat Denemarken, voor de bewaking van de grenzen en andere buitengewone politiediensten men denke b.v. in Indie aan d afsluiting van gebieden0 waar besmettelijke ziekte, b v. pest heerschen - een macht van 7000 man noodig is dan zou, naar dien zelfden maatstaf, in Insulinde het tegenwoordige leger zeker noodig zijn. De sterkte van het leger in Indië gaat dus die van een politieleger niet te boven, te meer niet, wijl Vs van dat leger uit Inlanders bestaat. Op dezen grond kunnen wij, bij het stellen van den ontwap nings-eisch, het Indische leger buiten beschouwing laten. Het eenige wat gevraagd kan worden, is, dat het in een politieleger word omgezet. Wat er daartoe aan veranderen moet, kan hier evenwel met worden beantwoord. De vraag zou nog gesteld kunnen worden of het noodig is, dat het Indi sche lege? althd volledig onder de wapenen moet zijn. Waar het hier echter met uitzondering van de militie, een beroepsleger geldt en verengingdoor een volledig militieleger wel onmogelijk zal zijn, kan die vraag in dit verband onbeantwoord blijven. Wat de vloot betreft is de stand van zaken deze. Tot nu toe heeft. Indie geen eigen vloot. Er is een Nederlandsche vloot, waarmede ook Indie „be diend" wordt en die dan ook voor een deel door Indie betaald wordt. Het plan bestaat echter om Indië een zelfstandige marine te verschaffen, dan ook geheel uit Indische middelen moet worden bekostigd Maar dan blijft over de vraag wat voor soort vloot men Indie wi'veis^h' fen Een kleine vloot, uit klein materieel bestaand, geschikt en bedoeld om oj en bij de kust de orde te handhaven, het verkeer te beschermen tegen zeeroof de verbinding tusschen de eilanden, waaruit het Rijk bestaat, te handhaven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 60