Toen probeerde Chamberlain het veiligheidsprobleem van Frankrijk en van West-Europa op te lossen door een stelsel van regionale overeenkomsten, die tot op zekere hoogte het karakter van een gentlemanagreement droegen. Immers te Locarno heeft men aan Duitschland verschillende concessies beloofd, zonder die uitdrukkelijk in de verdragen vast te leggen. Het moment der conferentie was gunstig gekozen. Frankrijk had de handen vol in Syrië en Marocco, waar het den invloed der Russische Bolsje- visten in het bijzonder als een gevolg van het „commité de l'avenir de rislam" dat te Koniah zetelt en den wapensmokkelhandel in het Rif en Syrië via Smyrna organiseert, aan den lijve voelde.1) Wat Engeland met de Locarnoverdragen wenschte te bereiken was vrede en veiligheid in West Europa en de vorming van een een heidsfront tegen Rusland. Wat Frankrijk poogde te verkrijgen was veiligheid op zijn Oost grens, verder de beveiliging, niet alleen van Polens Westgrens, maar ook van de Oostgrens van dat landen de Fransche petroleumbelangen in Galicië tegen Rusland. En wat beide lan den bijeen bracht was de bolsjevistische bedreiging in Azië, die men plotseling onderkend had door de gebeurtenissen die in China, Marocco en Syrië plaats grepen en waardoor de beide koloniale rijken op een nauwere aansluiting met elkander aanstuur den. Men kent den inhoud dier verdragen. Duitschland, België en Frankrijk garandeeren elkander in het Rijnpacte wederkeerig den Status quo en de onschendbaarheid der tegenwoordige grenzen alsmede de handhaving van het statuut der gedemilitariseerde zone van Rijnland, zooals deze is vastgesteld bij de artikelen 42 en 43 van het Vredesverdrag. Zou nu Frankrijk door Duitschland worden aangevallen dan zou het in verband met de Locarnoverdragen kun nen rekenen op den steun van Engeland, Italië, Polen, België en Tsjecho-Slovakije. Bij een aanval op België zouden beide laatste staten echter buiten het conflict blijven, terwijl bij een aanval op Polen en Tsecho-Slovakije die landen alleen op hulp van Frankrijk kunnen rekenen. Omgekeerd zijn de garanten verplicht Duitschland te steunen als dit door Frankryk mocht worden aangevallen. Die hulpverleening treedt automatisch in werking in geval van een „viola tion flagrante". Overigens behoeft geen der mogendheden hulp te verleenen dan nadat zekerheid is verkregen, dat de aanval niet geprovoceerd is, of dat een directe actie noodig is. In niet acute gevallen beslist echter de Volkenbond over de te volgen gedragslijn. Het voeren van oorlog is echter toegestaan uit hoofde van wettige zelfverdediging, als gezamenlijke actie na een met algemeene stem men genomen beslissing van den Volkenbond, of, als geen een stemmigheid is bereikt, uit zelfverdediging tegen een aanval. 346 Jean Leune. La menace Russo-Asiatique par les routes de l'Islam. Illustra tion 19-12-'25 p.687.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 10