om te constateeren, dat die afgevaardigde het bij het rechte
eind had.
Het complex Locarnoverdragen bevat tal van dergelijke dub
belzinnigheden en achterdeurtjes. Wij zullen hief nog nader op
terugkomen, maar eerst zullen wij de mérites van die verdragen
op strategisch gebied in beschouwing nemen.
Het is een van de zwakke punten van het Volkenbondsleger
dat ingevolge Art. 16 van het Pacte tot een gezamenlijke actie in
bepaalde gevallen zal worden georganiseerd dat het een logge
organisatie is, waarop de aanvaller volop gelegenheid heeft het
napoleontische beginsel van „agir vite et sans temps d'arrêt"
toe te passen.
Het Volkenbondsleger zal een los aglomeraat worden van ver
schillende contingenten en daardoor „eine fatale Aehnlichkeit
mit dem Heere des Heiligen Römischen Reich Deutscher Nation
gewinnen."
Door die oorzaken zal de machtsfunctie van den Volkenbond
aanzienlijk worden verzwakt en als aan een dergelijk leger de.
doorvoering van een beslissing van den Volkenbond moet worden
toevertrouwd, zal een oorlog noodeloos lang duren.
Dat alles geldt in veel mindere mate voor het leger en de vloot
der garanten van de Locarno-verdragen. Sterkte, samenstelling,
geographische, economische en strategische positie, hulpbronnen
voor de oorlogvoering van de garanten zijn ten naaste bij bekend.
In Vredestijd kunnen al die problemen worden bestudeerd, kun
nen operatieplannen worden gemaakt, de mobilisatie en concen
tratie worden voorbereid, omdat het doel voor de actie reeds te
voren vastgesteld is. Wat echter heelemaal niet vaststaat is het
contingent, dat de garanten in een bepaald geval hetzij aan Duitsch-
land, hetzij aan Frankrijk en België zullen leveren.
Artikel 4 van het Rijnpacte spreekt van „bijstand" en „hulp",
maar hoe groot die hulp is, wordt in het midden gelaten. Ook
in dit opzicht is het Rijnpacte een „gentlemanagreement". Van
een zorgvuldig voorbereid bondgenootschap is geen sprake.
Toch berust de machtsfunctie van het garantenleger op een
eenigszins solieder basis, dan die van het Volkenbondsleger.
Door die versterking van de machtsfunctie zou de mogelijkheid
geopend kunnen worden tot een vermindering van de bewapening
der mogendheden.
En door op de komende ontwapeningsconferentie nader te
stipuleeren met welke machtsmiddelen men elkander te hulp zal
komen in geval van schending zou men werkelijk de machtsfunctie
aanzienlijk versterken. Maar daarvoor is de „goodwill" noodig
van de staten van West-Europa. De aanstaande ontwapenings
conferentie zal moeten bewijzen of die „goodwill" werkelijk
349
P. K.
Vom Pacifismus. Mil. Wochenblatt 1924 No. 15.