Met dezen eisch der ervaring is in Atjeh over het algemeen
ook rekening gehouden; in verscheidene onderafdeelingen, waarin
bedoelde landstreken en adat-gemeenschappen ingelijfd waren,
werd en wordt het bestuur door de troepen-commandanten ge
voerd.
De ervaring heeft later geleerd, dat het beter ware geweest
indien dit stelsel aan de Westkust nog uitgebreider ware toege
past geworden. Hiertoe is men na de laatste gebeurtenissen aan
de Westkust dan ook overgegaan.
Want hij, die beide functies in zijn persoon vereenigt, heeft
door zijne aanraking met de bevolking als civiel bestuurder de
gelegenheid, de up's en down's in zijn ressort in alle nuances aan te
voelen, terwijl hij het door zijne functie als troepen-commandant
in de hand heeft, den troep goed te oefenen en te benutten,
zoodat de kans op verrassingen en échecs uiterst gering is.
Anders en moeilijker is het, wanneer defunctie's verdeeld zijn.
De controleur heeft niets uit te staan met de oefening van den
troep en is er niet voor verantwoordelijk, terwijl de troepen-com
mandant niet op de hoogte geacht kan worden van wat alzoo
onder de hoofden en bevolking in de finesses gebeurt.
Het contact is, zelfs bij den besten wil van beide function-
narissen, niet zoo nauw, als noodig is, om in lastige gebieden
verrassingen te voorkomen.
Uit den aard der zaak is het bij de vereeniging van beide
functies in één persoon van bijzonder belang, dat „the right man
on the right place" komt en blijft.
Met de zorg daarvoor begint en eindigt in menig opzicht de
verantwoordelijkheid van den Gewestelijken bestuurder en Militairen
Commandant voor den toestand in geïsoleerde en primitieve
landstreken. Hoe bescheiden de functie van civiel en militair
bestuurder van een onderafdeeling ook moge zijn, zij is primair
gewichtig voor den toestand in een gewest, daar de onderafdeeling
een der levenskrachtige cellen is, waaruit het gewest is opgebouwd.
Zelfs plaatselijke ziekten oefenen een nadeeligen invloed op het
geheele organisme uit.
De keuze van den civiel en militair bestuurder van een onder
afdeeling was een der gewichtigste elementen van het pacificatie-
beleid van Generaal Swart. De functie's van Assistent-Residenten
als schakels tusschen Hoofd van Gewest en de civiel en militair
bestuurders der onderafdeelingen hadden toen slechts administra
tieve beteekenis; zonder hen kon de Gouverneur zijn invloed
vlugger en directer doen gelden, hetgeen voor moeilijke streken
gewenscht was.
In ieder geval is het van groote beteekenis, dat het contact
tusschen den civiel en militair bestuurder en het hoofd van
het gewest en den militairen commandant zoo nauw mogelijk zij
en de kans op schadelijke en ongewenschte wrijving in tusschen-
schakels bij voorbaat wordt afgesneden.
338