Zet dat kader zelf achter de spelers aan en dwing het om niets door de vingers te zien worden door hun toedoen spelers gestraft, dan kan men er zeker van zijn, dat zij voor geruimen tijd door deze gestraften buiten elk spel zullen worden gesloten. Tegen opium behoeven wij in ons leger vrij wel niet te strijden; tegen ziekten des te meer. In Boven-Tonkin blijkt malaria een der hevigste plagen te zijnverdelgen van muskieten, de klamboe en de quinine zijn ook daar de geneesmiddelen geworden. Toepassing van de order tot verplicht gebruik van een klamboe eischt, bij een nachttemperatuur van dikwijls 40 graden en in een klamme, vochtige atmosfeer, een voortdurend scherp toezicht naast maatregelen tot luchtverversching en krachtige ventilatie op alle chanrbrées. Tegen diarrhee en dysenterie dienen allen, ook's nachts, steeds een flanellen buikband te dragen, waartoe mede een streng toezicht noodig is. De schrijver wijst erop, hoe juist de voortdurende belangstel ling van den postcommandant de ziektecijfers, welke dikwijls onnoodig hoog zijn, omlaag kan voeren. „J'obligeai le tirailleur en convoi a prendre sa mousquetaire et sa ceinture, je diminuai les fatigues inutiles, surveillai les repos, l'alimentation, distribuai la quinine, modifiai le régime militaire, et les résultats furent surprenants." Vooral ook op patrouille dient nauwkeurig op den gezondheids toestand der menschen gelet te worden na aankomst in het bivak neme men vooral in den regentijd deze taak niet te licht op Quinine, warme dranken, drogen der kleeren, klamboes, buik banden, voetverzorging, enz. En dan, na terugkeer op de post, moeten de manschappen daar alle mogelijke afleiding vinden ook op dit gebied kan een commandant niet genoeg doen. „Le cinéma ferait la joie d'un poste, mais c'est 1& encore un rêve, hélasl", merkt de schrijver tenslotte op. Hij gaat vervolgens over tot behandeling van het militaire leven op de post zelf. In de eerste plaats acht hij het noodig d. w. z. in een gebied, waar men blijkbaar tegenover r'oovers en verzetslieden staat, en de veiligheid van de post dus nog niet geheel verzekerd is dat de commandant beschikke over een geheime inlichtingsdienst, welke zich over het geheele omringende land uitstrekt. Makkelijk is, wanneer de commandant tevens met het burgerlijke bestuur belast is, omdat hij dan in dit opzicht carte blanche heeft. De rivaliteit tusschen de omringende stammen, twisten tusschen dorpen en tusschen dorpshoofden onderling, stellen hem in staat om over alles ingelicht te worden. Ook de grens dient door zijn spionnen te worden bewaakt. 371

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 35