395 „Tegen het gebruik der maréchaussée als steun voor de cav. kwamen in la Belg. mil. 8 Nov. d. a. v. twee schrijvers op. De eene bestrijdt alle goede diensten, welke de gendarmerie in operatief opzicht zou bewezen hebben, en bewerkt verder het thema: „On ne peut être a la fois un bon policier et un bon combattant; il y a en effet un abime entre les deux". De tweede Schr. noemt die vervanging ontoelaatbaar. „Le gendarme est sans doute un excellent cavalier, mais ce n'est plus un soldat; il est devenu un policier et il doit être un policier. Comment mener de pair un bon entraïnement militaire et les obligations de service de la gendarmerie. La solution préconisée par M. E. T. nous donnera soit une cavalerie déguisée en gendarmerie, soit une gendarmerie déguisée en cavalerie. A quoi bon camoufler la vérité?" Ir. P.J. H.A. Nordlohne geeft een uitvoerige wetenschappelijke verhandeling over „Het radiopeilen ten dienste van de landmacht". „Gegevens vreemde legers" betreft ditmaal weder België, n. 1 reorganisatie van het Ministerie van Landsverdediging en van het leger. Cavaleristisch tijdschrift. Maart 1926. Ritmeester Fabius vervolgt „Tactiek van lichte troepen" met een ontwerp gevechtsvoorschrift voor lichte troepen. Van de „Tactisch-applicatorische studie" door Jhr. J. Th. Alting von Geusair verschijnt in dit nummer het slot. Hierin trof ons o.m. de lengte der als voor beeld gegeven bevelen. Marineblad. 20 Maart 1926. In dit nummer bespreekt de Kapt.-Luit. ter zee H.J. Hartkamp: „Het interdepartementale rapport inzake de splitsing van het Marine-personeel". In deze bespreking brengt schrijver zijne bezwaren in tegen dit rapport. Deze bezwaren zijn achtledig en betreffen zoowel de financieele als de organi satorische zijde van het vraagstuk. In de „Korte Mededeelingen" vonden we een interessant, uit de Marine-Rundschau overgenomen, vergelijkend staatje van de sterkte der vloten van eenige groote mogendheden in 1926. Voor Engeland en de Ver. Staten zijn deze gegevens: Slagsche pen. Kruisers. Torpedo vaartui gen O. Z. booten. Vliegtuig moeder schepen. Engeland 18 38 201 65 4 2 in aan 8 in aan 2 in aan 5 in aan 2 in aanbouw. bouw bouw. bouw. bouw. Ver. Staten 18 13 181 85 1 In dezelfde rubriek onder het hoofd torpedodienst vonden we een uittreksel over eene bespreking van de Engelsche onderzeebootpolitiek uit „Naval and Mil Rocord". Wij nemen hieruit het volgende over: „Het aantal onderzeebooten is in vergelijking met andere zeemachten bepaald achteruit gegaan. Daartegenover heeft de admiraliteit haar aandacht in het bijzonder gewijd aan de middelen tot bestrijding van de onderzeeboot. Hoewel natuurlijk ook daarover niets naders kan worden medegedeeld, mag toch wel gezegd worden, dat, zooals de verhoudingen momenteel zijn, de vooruitzichten, welke een eventueele onderzeeboothandelsoorlog biedt, zeer veel zullen ver schillen van die van den wereldoorlog. Oogenschijnlijk is de admiraliteit de meening toegedaan, dat de onderzeeboot haar hoogtepunt is gepasseerd, en dat het voordeeliger is, alle aandacht te wijden aan middelen om de onder zeeboot te ontdekken en te vernietigen, dan op den bouw van nieuwe booten". Verderop in deze beschouwingen volgt daar nog op „Als verdedigingswapen zal de onderzeeboot een groote waarde blijven behouden. Groote booten zullen ongetwijfeld den vijandelijken handel groote

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 59