400
durch die genaue Terrainkenntnis begünstigt, Verwirrung inden Angreiferund
konnen den Angriff am ehesten zum Stehen bringen.
Gegenangriffe sind dagegen erst nach Klarung der Lage und irn Zusammen-
wirken mit der Artillerie, aber jedenfalls vor Tagwerden, durchzuführen, uni
dem Gegener keine Zeit zum Einrichten der Abwehr in der gewonnenen Stel-
lung zu lassen".
"d Vo" rl'1?.',6 Kriegsführung der Mittelmachte gegen Italien" door Oberst d
K. K. Pohl geeft dit nummer het eerste deel. Hierbij behooren twee zeer
overzichtelijke panorama-foto's, een van het terrein aan de Isonzo, de andere
van dat bij Tolmein.
pr^erderverschijnt het vervolg van „Die zweite Einschlieszung der Festung
Ook „Der Einflusz der Fiihrer im Kampfe" wordt vervolgd.
Ing. HeigI geeft een overzicht van de „Tanks im Jahre 1925".
Hierin vinden we o.a. het een en ander over zeer kleine tanks vermeld, de
eemge die wellicht voor onze Indische terreinen eenige beteekenis kunnen
krijgen.
In Engeland werd een zeer lichte tank gebouwd met een motor van 16
P. K., de z.g. eenmantank.
Schrijver wijst op de ontzaglijke groote wissel, die op het physiek en het
moreel van dien eenen man wordt getrokken, die zoowel de vechtwagen moet
besturen, als het machinegeweer moet bedienen.
In hetzelfde artikel vermeldt hij dat in Engeland een gepantserde infanterie-
vrachtauto bij de politie (Ulster speciaal korps) in gebruik is genomen. Schrij
ver acht dit voertuig zeer geschikt voor den bewegingsoorlog.
Ing. Arthus Nowa Kowski vervolgt zijn artikel „Ueber Planquadratsystème".
In de rubriek „Militarwissenschaftliche Rundschau" wordt als 3e hoofdstuk
van „Lander-und Heereskunde" de „Allgemeine Wehrorganisation" behandeld.
In dezelfde rubiek begint Oberst Ir. Karl Schneck een interessante bijdrage
over „Verkehrsanlagen". Hierin betoogt hij dat de vorderingen van het auto
mobielwezen noodzakelijkerwijze moeten voeren tot een algeheele ombouw
van het wegennet.
Wissen und Wehr. Marz 1926. De bekende schrijver op dit gebied
Dr. Rudolf Hanslian geeft een belangrijke bijdrage over „Das chemische
Kampfmittel im Zukunftskriege".
Als hij de voornamste oorlogsgassen uit den wereldoorlog de revue heeft
laten passeeren en nagaat in hoeverre met een toekomstig gebruik ervan reke
ning zal moeten worden gehouden, zegt schrijver o.m.
„Schlieszlich wird auch mit dem Einsatz von besonders wirksamen Tranen-
gasen im weitesten Umfange zu rechnen sein. So harmlos sie in ihrer Wir-
ku.nS. ^en Clenschlichen Organismus sind, so wirkungsvoll zeigen sie sich in
militarischer Richtung, weil sie namlich in auszerordentlich geringen Mengen
wenige Zehntausendstel von Milligrammen in einem Liter Luft geniigen
bereits Brennen und Tranenflusz im Auge hervorrufen und damit das
Anlegen des Gasschutzes erzwingen. Der sparsame Verbrauch wird es gestatten
dasz die Tranengase auf den Schlachtfeldern, auch im Bewegungskriege, neben
Brisanz und anderen Gasen Anwendung finden werden. Zwei neue, besonders
wirksame Tranengase, das Brombenzylzyanid und das Chlorazetophenon, die
chemisch allerdings bekannt waren, hat beispielsweise die Polizeitruppe Aine-
rikas mit durchschlagendem Erfolge gegen Aufstandische wiederholt eingesetzt.
Beide Verbindungen gelten zur Zeit als die starksten und bestandigsten Tranen-
erreger."
Bij het lezen hiervan kwam ons de uitspraak van resident van der Jagt,
onlangs in een der Indische tijdschriften gepubliceerd, in herinnering. Deze
beveelt ook het gebruik van het gaswapen aan bij het onderdrukken van
opstand.
Dr. Hanslian beschrijft vervolgens de verschillende vormen van gas
aanval en gasafweer. Over de gasafweermiddelen zegt hij
„Nehmen wir die amerikanischen Angaben als zuverlassig an, und wir haben
keinen rechten Grund daran zu zweifeln, weil diese Entwicklung im Bereich