dit doel een collectieve dwang worden uitgeoefend, zonder ge
vaar te loopen hun rechtsgevoel te krenken, want de collectieve
aansprakelijkheid leeft daar nog in het bewustzijn van het
volk. Dit geldt niet voor de territoriale adatgemeenschappen,
waar de collectieve aansprakelijkheid uit de adat geëlimineerd
is.
Als een bestuursmaatregel om de medewerking der kampong
bevolking tot het geheel uitroeien van het bendewezen te ver
krijgen, is in het verleden herhaaldelijk toegepast het opleggen
van collectieve boeten. Dit is m. i. een precair middel, en mag
slechts ten opzichte van genealogische adatgemeenschappen worden
toegepast, en dan nog slechts bij vonnis.
Meer uitwerking heeft het doen storten van waarborgsommen,
om de medewerking van de betrokken adatgemeenschap te ver
krijgen.
Een ander bestuursmiddel, dat soms toegepast werd, om de
militaire actie te steunen en te bekorten, is het aanhouden van
vrouwen en kinderen van de uitgewekenen. Van deze pressie mag
echter alleen gebruik gemaakt worden, wanneer de bestuurder er
zeker van is dat de uitgewekenen reeds tot onderwerping beslo
ten waren, maar uit vrees voor den geestelijken leider dit niet
durfden te doen. Zij kunnen dan als reden doen gelden voor de
onderwerping, dat die niet uit persoonlijke lafheid, maar uit bezorgd
heid over het lot van de familie voortvloeit. In de practijk
heb ik het medegemaakt, dat uitgewekenen door hun hoofden
lieten verzoeken, om hun vrouwen en kinderen aan te houden. Zij
zochten een reden om zich te melden. Dit is weer het oude lied
de mohamedaan mag zich slechts onder dwang voegen onder
het gezag van een andersgeloovige. De vrees, om te sneuvelen,
wordt niet beschouwd als dwang. Integendeel!
Hiervoren zijn eenige bestuursmethodes, die in de practijk
nog al zijn toegepast, geschetst. Er zijn nog meer! Elke toestand
eischt weer andere methoden.
Hierbij zij nog aangeteekend, dat er voorstanders zijn van de
politiek, om de militaire actie tot het bittere einde doortevoeren
zonder toepassing van de hiervoren geschetste bestuursmaatregelen.
Afgezien daarvan, dat dit jaren kan duren en er steeds onrust
mede gepaard zal blijven gaan, geeft het feit, dat de betrokken
adatgemeenschap de uitgewekenen tot onderwerping dwingt,
meer zekerheid, dat de algemeene mentaliteit ten goede is gekeerd,
dan wanneer hare laatste uitgewekenen door militaire patrouilles
worden gedood.
Tenslotte zij van dit gedeelte van den werkkring van den
civiel en militair bestuurder, waarbij energie en werkkracht
geconcentreerd behoord te zijn op de breking van het daad
werkelijke verzet en de radicale uitroeiïng van het bendewezen,
nog gezegd, dat een voornaam, wellicht de voornaamste, factor
tot bereiking van het doel, de persoonlijkheid van den civiel en
419