doen. Dikwijls zal aanvankelijk moeten worden vol
staan met bevelen omtrent enkele punten of zelfs
een enkel punt, nml. waaraan het eerst behoefte
bestaat. Hoofdzaak is dat de bevelen tijdig tot uit
voering komen en dit zal den doorslag moeten geven
bij de overweging van hetgeen al dadelijk moet dan
wel later kan worden bevolen.
Achtereenvolgens zullen worden behandeld
A. AANVAL.
I. De ontwikkeling van de compagnie in eerste linie.
II. De ontwikkeling van de compagnie in tweede
(derde) linie.
III. De verdere aanval van de compagnie in eerste linie.
IV. De compagnie als bataljons-reserve.
V. De oplossing en het gevecht van de sectie in de
vuurlinie.
VI. De sectie als compagnies-reserve.
B. VERDEDIGING.
I. De grondregels, het schootsveld, de vakgrenzen, het
infanterievuur, het vuurplan, het gebruik der mitrail
leurs.
II. De compagnie in eerste linie.
III. De compagnie als bataljons-reserve.
IV. De sectie in de vuurlinie.
V. De sectie als compagnies-reserve.
A. AANVAL.
I. De ontwikkeling van de compagnie in eerste
linie.
Wanneer de kans op het lijden van ernstige ver-
G.V.I. 21 (1) liezen door artillerievuur of vliegtuigen op aan-
20. zienlijke afstanden het bataljon, deel uitmakende
van een groote infanteriecolonne, heeft genoodzaakt
tot ontwikkeling in compagnieën over te gaan, sluit
zulks de ontwikkeling van de compagnie in secties
niet in zich.
G.V.I. 21(2) In den regel zal men zich aanvankelijk
kunnen bepalen tot compagnieën in marschcolonne,
ten opzichte van elkander in de breedte en diepte
geéchelonneerd, doch niet in zichzelf.
De compagnies-commandant kiest, rekening hou
dende met de door den bataljons-commandant gege-
G.V.I. 96 (2) ven bevelen omtrent opstelling, marschdoel, marschrich-
96 (1) ting of marschstrook, richtingcompagnie alsmede kom-
422