pasrichting zijn marschweg, daarbij gebruik makende 113a bc van elke dekking, welke het terrein biedt, voornamelijk tegen waarneming uit de lucht; dit laatste ter 24(1)0 bemoeilijking van de leiding van's vijands artillerie- R. 1.308 vuur uit vliegtuigen en aanvallen met vliegtuigen. G.V.l.24(2). Tengevolge van de terreinsgesteldheid kunnen op- R. 1.309 stelling, richting, tusschenruimte en afstand gedu- 310 rende het marcheeren wijziging ondergaan, waarbij evenwel bijzonder gezorgd moet worden voor het houden van verband met de naastbijzijnde compag niescommandanten en met den bataljonscommandant. Mocht dit verband verloren zijn geraakt, dan dient G.V.1.113e het in de door den bataljonscommandant aangegeven R.I. 308e verbandlijnen te worden hersteld, eveneens opstelling, 302(3) richting, tusschenruimte en afstand voor zoover het terrein dit laatste mogelijk maakt. G.V.l 96(3) Laten de afstand tot den vijand en het terrein het toe, dan blijft de compagnie zoo lang mogelijk gesloten. Waar men op het gevechtsveld altijd rekening moet houden met verrassingen verdient het wel eens aan beveling dan in de secties, de brigades naast elkaar te laten marcheeren in colonne met eenen, hetgeen c q. kan bijdragen tot een zeer vlugge ontwikkeling, de oplossing van de secties inbegrepen. Tot de ontwikkeling d. i. het aannemen van een meer geopende formatie doet de compagnies- G.V.).96(3) commandant overgaan wanneer een gesloten voor- R. 1.300 waarts gaan van de compagnie niet meer doelmatig is, dus zoodra kans op verliezen bestaat ten gevolge van vijandelijk vuur (artillerievuur, vuur van voor uitgeschoven automatische vuurwapens, vooral mi trailleurs, mitrailleurvuur en bommen uit vliegtui gen). Tot zoolang moet aan een gesloten voorwaarts gaan de voorkeur worden gegeven. G.V.l.21(2) Naarmate men dichter bij den vijand komt, neemt 78 de kwetsbaarheid toe en zal men tot het vormen R.1.292 van secties in colonne met tweeën overgaan, aange zien deze formatie het gemakkelijkst in het terrein is te leiden. Wat betreft de kans op verliezen door vijandelijk artillerievuur op den aanzienlijken afstand waarop men zich aanvankelijk bevindt, dient eraan te wor den gedacht dat op dezen afstand het vijandelijk artillerievuur als regel uit vliegtuigen moet worden geleid en dat het in den bewegingsoorlog ook voor de waarnemers uit vliegtuigen moeilijk is het artil- 423

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 15