omtrent den vijand en voornamelijk het terrein, welke
voor zijn plannen van beslissende beteekenis zijn.
Hier wordt de verkenning verricht door patrouilles
of door hem zelf (uitzichtgevend punt).
Ook hier heeft de compagniescommandant op den
grondslag van de gegeven opdracht of de gestelde
A. T. V. 6/2/ taak, gepaard met het eigen inzicht in den tac-
tischen toestand uiteraard natuurlijk in den beperk
ten zin als hier voor den compagniscommandant
kan gelden gebaseerd op de reeds bekende in
lichtingen omtrent den vijand en, doch nu in hoofd
zaak, naar de plaatselijk te beoordeelen terreinsom
standigheden, voor zichzelf, voorloopig alleen in
hoofdlijn, vastgesteld, hoe hij zijn opdracht, zijn taak
zal uitvoeren Zulks bepaalt vanzelf den aard van de
nadere inlichtingen, welke hij wenscht alsmede de
grenzen waarbinnen die nadere gegevens zullen
moeten worden opgespoord.
A. T. V. 6/3/ De hiertoe te nemen verkenningen moeten zich der
halve aanpassen aan de eigen voornemens en niet
omgekeerd; het resultaat der verkenningen moet de
doeltreffende uitvoering van het genomen besluit
helpen verzekeren, mag echter nimmer de bron zijn,
welke hem licht moet verschaffen in de duisternis
van eigen besluiteloosheid.
In het bijzonder treedt voor hem thans de gesteld
heid van het terrein naar voren.
De taak van alle bevelvoerders niet onmiddellijk
deelnemende aan het gevecht is o a. dat zij steeds
bezig moeien zijn met het verkennen en doen ver-
G. V. I. 30/2/ kennen van het terrein.
Niet in gevecht zijnde afdeelingen moeten nimmer
A.T.V. 160/2verzuimen zich ten spoedigste rekenschap te geven
van de terreinsomstandigheden in de omgeving.
De verkenning geschiedt hier op last van den
A.T.V. 29/1/ compagniescommandant die daartoe wel eens een
brigade uitzendt, soms onder commando van een
officier (officiers-patrouille).
De terreinverkenning kan zich uitstrekken over
de begaanbaarheid (droogte, ravijntjes, inzinkingen,
waterleidingen), de mogelijkheid van gedekte nadering
zoowel tegen vuur als tegen gezicht (grond en lucht),
markante richtingspunten, de beplanting en kleur
met het oog op onzichtbaarheid, geschikte punten
ter waarneming van het voorterrein en van het
zijterrein (opnemen verband), geschikte opstellings
plaatsen voor mitrailleurs(domineerend of flankeerend),
enz. Deze factoren kunnen dan door den compagnies-
432