commandant, voor zoover daartoe gelegenheid bestaat' op de meest voordeelige wijze bij de uitvoering van zijn voornemens worden benut. Soms is het van belang voor de verkenning, om een belangrijk punt in het voorterrein vroegtijdig door eene patrouille te laten bezetten, deze kan dan tegelijk dienen tot het beletten van de verkenning. Verband. Men kan onderscheid maken tusschen in- en uitwendig verband. Het inwendige, het onmiddellijke verband binnen de compagnie, moet hoezeer deze ook is ontwikkeld en hoezeer de terreinsgesteldheid ook is, steeds onafgebroken blijven bestaan, dat is noodzakelijk voor het welslagen. Is het verband verbroken dan komt er van onderlinge samenwerking niets terecht, dus ook niets van de uitvoering. Het verband kan worden tot stand gebracht door een sectie van richting aan ie wijzen, waarmede de andere secties verbinding (bij voorkeur gezichtsver binding) onderhouden of wel door te bevelen dat een bepaalde lijn niet mag worden overschreden, door marschdoelen aan te wijzen, door de compag nie in een bepaalde terreinstrook op te stellen, e.d. A.T.V. 160/1/ Het uitwendige verband is het op de hoogte blijven van den algemeenen loop van zaken bij de nevenafdeelingen. A.T.V. 160/2/ Niet in gevecht zijnde afdeelingen moeten steeds in verband blijven met de naastbijzijnde troepen, zoowel voor- als zijwaarts. Het verband moet tot stand komen, hetzij door gezichtsverbinding van den compagniescommandant, hetzij door het aanwijzen van enkele manschappen, c. q. een afdeeling, die dat verband moet onderhouden (berichten zenden, volgen van de scheidingslijnen der strooken, e. d.). Beveiligende troepen moeten steeds verband houden met de te beveiligen troepen. 5. Het ontladen der geweermitrailleur- en geweermitrailleurmunitiekarren. Deze volgen de compagnie zoolang mogelijk. Met het oog op de belasting van de geweermitrailleur- groep moet het ontladen zoo laat mogelijk geschieden. Men loopt anders gevaar dat de prestatie ver mindert of dat een en ander onderweg verloren gaat. Wanneer de compagnie wordt ontwikkeld moet de inhoud uiteraard door de secties worden medegenomen. 433

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 25