Wij gelooven niet, dat een en ander in korten tijd zou zijn
afgespeeld, doch bij stukjes en beetjes zal het proces zich on
herroepelijk aldus voltrekken.
L'appétit vient en mangeant. Spoedig zou aan het leger nog
wel meer onnoodige franje worden opgemerkt, welke als bezui-
nigings-object zou kunnen dienen.
De encadreering wordt b.v. te ruim geacht; de bezetting der
tegenwoordig bestaande hoogere rangen overbodig; de betaling
van het personeel te hoog. Kortom, het einde is niette overzien.
Voor wat zijn B. V. taak betreft, is het leger derhalve volko
men machteloos gemaakt.
Hoe staat het echter met zijn eerstgenoemde taak?
Blijft het leger, dat op vorenomschreven wijze in onze ver
beelding tot een zuiver politieleger is omgevormd, dan nog ge
schikt voor de handhaving van orde en rust in deze uitgestrekte
en ontwakende koloniën?
Alvorens hierop te antwoorden moeten wij nagaan welke mo-
reele schade intusschen aan het leger werd toegebrachteen
schade, die oneindig zwaarder weegt dan de materieele en overi
gens daarmede hand aan hand gaat.
Wat toch is het geval
Een groot aantal officieren zou binnen zekere tijdsgrenzen
moeten afvloeien; vele ouderen zullen om begrijpelijke redenen,
zoo daartoe gelegenheid bestaat, doordienen; doch de jongeren
en zij die in de middelbare rangen vertoeven, zullen een goed
heenkomen zoeken, wijl de vooruitzichten in het politieleger
weinig of niets beloven, de dienst tegenstaat, het beroep van
politie-beambte niet wordt geambieerd, enz. enz.
Dat onder hen, die vrijwillig heengaan, de beste elementen
zullen schuilen, valt te voorzien.
Het gemiddelde peil van het officierskorps, intellectueel en
moreel, wordt in eerste instantie dus reeds dadelijk naar beneden
gedrukt; ongerekend de inzinking, die onvermijdelijk op de blij
vers haar invloed doet gelden.
Voor de aanvulling van het korps zal men niet meer zooals
thans mogen rekenen op het beste deel van de jongelingschap.
Men zal zich dus met minder intellect en beschaving, bene
vens wellicht met een minder gewenschte mentaliteit van de as
piranten tevreden moeten stellen, hetgeen voorwat de verstande
lijke vermogens aangaat voorshands geen bezwaar oplevert met
het oog op de vereenvoudigde studie en den bekorten leertijd
aan de K. M. A.
Dat de verhoudingen op deze militaire onderwijs-inrichting
tusschen de volwaardig opgeleiden voor Nederland en de niet
als zoodanig beschouwd wordenden voor Indië op deze laatsten
een blijvenden stempel van minderwaardigheid zullen drukken is
zoo goed als zeker.
411