p. 280. „Dans le premier cas, qui est le plus général, le groupe com- „bat dans la section. „Attentif aux mouvements des groupes voisins, le chef de groupe „fait attaquer de front ou déborder l'objectif commun. „p.281. Dans le second cas, le groupe a pour mission particulière de „s'emparer d'un point de résistance désigné ou se devoilant „au cours de la progression d'ensemble. Het voorgaande brengt ons vanzelf op de uitvoering van de op drachten aan br. en sectiën gegeven, en de samenwerking, waar bij we weer herinnerd worden aan het oude gezegde: „Alles ist einfach, aber das Einfache ist schwer. Bij de uitvoering dezer opdrachten toch, en de onderlinge samenwerking, komt ons tweede element voor de manoeuvre aan 't woord, n. 1. dat zij buiten 's vijands vuurbereik moet plaats heb ben eenvoudiger gezegd dat de manoeuvreerende groep geen last mag hebben van 's vijands vuur. Dit element ligt opgesloten in de uitvoering van de gegeven opdracht en de onderlinge samenwerking. We zien in het G. V. I. p. 80 (2), dat bij oplossing van de sectie de brigadecommandanten een (ik zou zeggen „voorloopige") op dracht ontvangen, die voornamelijk de marschrichiing en verbin ding geldt. Een beknopte, nauwkeurige gevechtsopdracht volgt, wanneer de sectie spoedig in gevecht zal komen, (m. a. w.) wanneer de gevechtsdoelen voor de brigades zich dui- delijk afteekenen en te onderkennen zijn: dus op korten afstand, waarbij tevens aangegeven wordt welken steun de brigades van artillerie of mitrailleurs zullen ontvangen. Op dezelfde wijze ontvangen ook de sectie-commandanten hun opdracht. Iedere brigadecommandant heeft nu zijn opdracht en kan aan de uitvoering beginnen. Naast de uitvoering van zijn eigen opdracht staat, op het zelfde plan en is minstens even gewichtig zijn plicht acht te geven op zijn nevenafdeelingen. Wat toch is het geval? Op dien korten afstand gekomen, waarop de manoeuvre zal plaats hebben, is rechtstreeksche ondersteuning met artillerie en zw. mitr. uitgesloten; die hebben hun vuur verder naar voren verlegd; eveneens zijn ze nu vrij van het vijandelijk artillerie en zw. mitr. vuur; ook deze hebben hun vuur verlegd. Op korten afstand van elkaar gekomen, zien wij dus, dat de voorste groepen oponderlingen vuursteun zijn aangewezen, om flankbewegingen mogelijk te maken. Zonder dien wederzijdschen steun bereikt geen enkele brigade of sectie zijn doel. 449

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 41