bij meer diepgaande beschouwing zal het tegengestelde kunnen blijken. De voorstanders der vlootsplitsing staan dichter bij de theore tisch zuivere denkbeelden van den Heer Merens, dan zij die de eenheid der Staatsmarine wenschen te behouden ten koste van de eenheid in de Indische defensie. Door deze vlootsplitsing wordt de best mogelijke practische uitvoering gegeven aan de theoretisch zuivere grondge dachte van den Heer Merens. Ook de anti-revolutionnaire Standaard is maar matig ingenomen met de bedoelingen van minister Lambooy; ook dit blad wil de splitsing der staatsmarine doorgezet zien en zegt o.m. „Laat de voorshands theoretische vraag van de personeelsplitsing rusten Werk met man èn macht aan de vorming van inlandsch personeel, om geleidelijk het Europeesch personeel voor de Indi sche vloot terug te brengen tot dezelfde sterkte als de vloot in Nederïand noodig heeft. Is die toestand eenmaal ingetreden, dan kan men een zuivere beslissing uitlokken over de vraag, of dat alsdan van gelijke sterkte zijnde Europeesch personeel der beide vlootdeelen wis selen zal, of dat ieder der beide vloten haar eigen vast personeel zal hebben. Vrij zeker zal dan blijken dat het personeel zelf met het oog op huiselijke aangelegenheden het laatste begeeren zal en dan is men waar men wil. Indien de heer Lambooy dezen weg uitgaat, zullen wij hem gaarne steunen. Hoofdzaak in deze aangelegenheid is voor ons, dat er een eind kome aan den volstrekt ongemotiveerden toestand, dat in Nederland voor de marine personeel in dienst wordt gehouden, dat voor de Nederlandsche defensie niet noodig is. Het gaat hier niet om enkele duizenden, maar om enkele millioenen guldens, die onnoodig worden uitgegeven. Die althans bespaard kunnen worden, indien men zorgt dat een belangrijk deel der Europee- sehe bemanning van de vloot in Indië vervangen worde door inlanders. Daardoor bespaart men niet alleen het verschil in kosten tusschen een Europeaan en een inlander in Indië, maar men bespaar; bovendien de kosten van hier te lande nutteloos in dienst gehouden personeel. Nutteloos, omdat ze in de sterkte der vloot in Nederland ten eenenmale overbodig zijn." We kunnen niet zeggen, dat hier bepaald de krachtigste ar gumenten voor de splitsing gebezigd zijn. Zelfs achten we die aangevoerde redenen niet vrij van eenige benepenheid. 464

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 56