Het zij verre van ons om de gewapende politie qua organisatie onaangenaam te willen zijn. Haar hoofdtaak is politie-werk en daarin zal zij het tegenwoordige leger de loef afsteken. Zou zij in strijdbaarheid op even hoog peil staan, dan zou zij weer op politioneel gebied te kort schieten. Men kan niet achter twee hazen jagen. Welnu, voor wat strijdbaarheid betreft zal het politie-leger, bij welks intrede de gewapendeen wellicht ook de veldpolitie vermoedelijk wel het veld zullen moeten ruimen, in zeer korten tijd op het niveau staan van een politie-organisatie. M. a. w. het zou onbruikbaar worden. Uit het voorgaande volgt, dat wij niet bijster enthousiast staan t. a. v. het verrichten van politie-diensten door het leger, zoo als belasting-inning, geleide van civiele ambtenaren, wacht bij geldkantoren, transport van civiele gevangenen, enz. Althans niet tot zekere grenzen, welke bepaald worden door den eisch, dat deze diensten het leger niet mogen schaden in paraatheid voor zijn eigenlijke taak. Wij zijn niet in staat om te beoordeelen, of die grenzen niet reeds overschreden worden. Men zal ons wellicht tegenwerpen, dat de strijd tegen verzets lieden door de harde praktijk in de rimboe wordt geleerd en dat in dit opzicht de officieren van het huidige leger er net zoo voor zullen staan als die van een zuiver politie-leger. Wij weten bij ondervinding, hoe uiterst moeilijk het reeds is, om goed geëncadreerde, uitstekend geoefende, bewapende, ver pleegde en uitgeruste legerafdeelingen tegen een verzetspartij aan te voeren. Zou het met minder goed geëncadreerde en minder goed geoefende afdeelingen niet nog véél moeilijker worden; ge steld dat de aanvoerders elkaar in geschiktheid evenaren Maar geven wij ons eerst eens rekenschap, hoe b. v. een vecht machine als een brigade maréchaussée ontstaat. Is deze vanzelf gegroeid of uit de lucht komen vallen Is aan de samenstelling, de uitrusting, de oefening, opleiding, bewapening, de tucht, niet oneindige toewijding, zorg, tijd, moeite, intellect en geduld besteed Hebben daaraan niet de allerbeste krachten, zoo personeele, materiëele als moreele in volkomen coördinatie moeten arbeiden Mag men dit resultaat verwachten in een politie-leger? Neen. Zou een politie-officier eenige of zelfs maar één dezer brigades voor den vijand kunnen brengen? Wij zeggen neen! Voornamelijk zeggen wij neen, omdat die aanvoerder zal mis sen de moreele eigenschappen, die hem slechts bijgebracht kunnen worden in een korps, dat opgeleid is aan superieure militaire onderwijsinrichtingen, alwaar die eigenschappen als een kostbare traditie bewaard en gecultiveerd worden. 413

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 5