478 „Sur les dix-sept compagnies dont il disposait, six et une section de mitrail leuses ont échappé a son commandement et n'ont pas été sérieusement enga- ï.geés. Deux batteries sur trois n'ont pas tiré un coup de canon." De slotconclusie luidt: „La defense de Liége fut engage'e dans des conditions tres defavorables. „El'le fut surprise par la soudaineté des événements et toutes les dispositions „durent être prises trop hativement. Quelques jours de préparation en plus „étaient nécessaires pour mettre au Point son organisation. Dans de telles con ditions des erreurs sont inévitables." Het is een mild oordeel. De Cap. comdt. Ceriez behandelt de lessen, op artilleristisch gebied, uit de gevechten bij Merchem en Kemmel op uitvoerige wijze. Schrijver concludeert als volgt: „Ainsi done, le succès de la bataille défensive du 17 Avril est du pour une grande part a la judicieuse repartition en profondeur de l'artillerie „de la défense, tandis qu'une des causes de la défaite du Kemmel reside dans le fait que cette artillerie se trouvait trop rapprochée de la ligne de resistance „et put ainsi être neutralisée avant le déclanchement de l'attaque." en toetst deze conclusie daarna aan het voorgeschrevene in de: „Instruction „sur l'emploi tactique des grandes unités". In een artikel getiteld: „Quelques considérations sur le dressage des Agents „de Transmission" berekent Lt. Pousseur, dat per bataljon Infanterie 60 ver- bindingsmanschappen noodig zijn en geeft een schema voor de opleiding daarvan. The Cavalry Journal. April 1926. Hieruit noemen wij het kleine doch zeer lezenswaardige opstel: „The nine day's ride which saved Natal to Britain en het artikel „The capture of Fogoland Militar Wochenblatt 4, 11, 18 en 25 April 1926. De Generalmajor a. D. Frhr v. Rotberg komt in een studie: „Wichtigste Kriegserfahrungen der Kavalerie und ihre Auswertung" tot de conclusie dat: „Die Bedeutung der Kav. für die Aufklarung hat abgenommen, mehr jedoch „hat ihre Bedeutung für den Oroszkampf zugenommen." Aangezien omvattingen door de aanwezigheid van vliegtuigen moeilijk meei onopgemerkt kunnen worden aangezet acht de schrijver voor die omvattingen de cavalerie door haar groote snelheid het aangewezen wapen, natuurlijk in combinatie met wielrijders en (of) Inf. oj:> auto's en wel tot de grootere afdeelingen zullen zijn gevolgd. Wij citeeren hieruit: „Die normale Gefechtsstarke einer Eskadron musz gleich der einer Infanterie- „kompanie sein, darf nicht unter 200 Mann sinken. „Wie schadlich eine falsche Organisation ist, zeigt deuthch das Beispiel „unserer Infanterie-Divisionen. Sie bestanden 1918 im wesenthchen aus Artillerie „und Bagage mit schwacher Infanteriebedeckung. Wir hatten den Fehler ge- „macht den Etat der Bataillone von anfanglich 1000 auf 900, 800, 600, schhesz- „lich 500 Mann herabsinken zu lassen. Nun laszt sich der Trosz emes Bataillons „nicht ohne weiteres entsprechend der Kampferzahl vermindern. Die Zahl der „Feldkiichen, Packkwagen, Lebensmittelwagen usw. und des zugehöngen "Personals bleibt die gleiche. Das Personal beim Trosz eines Bataillons betrug im Kriege mindestens 250 Mann. Unter 250 Mann konnte es nicht herab- „gesetzt werden, ganz gleich, ob das Bataillon 1000 oder 500 Mann stark „war." en verder: Die Hauptwaffen der modernen Kavalerie sind die schweren und leichten „Machinengewehre, auszerdem die Karabiner. Auch hieriiber besteht wohl „keine Meinungsverschiedenheit." Verder vermelden wij uit No. 37. nog: „Gedanken iiber das Infanterie- geschiitz" en uit No. 39: „Ueber die Waffen des Zukunftkrieges" waarin de afweermiddelen tegen tanks, vliegtuigen en gasaanvallen worden besproken. Tenslotte willen wij het artikel Schlacht der Zukunft in M.W. No. 40 m de aandacht aanbevelen. v. K.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 70