danten, anders worden de bevelen schriftelijk ver strekt, over te brengen door de ordonnansen. De bevelen worden liggend en mondeling gegeven terwijl de hoofdpunten in telegramstijl moeten worden aangeteekend en alvorens te vertrekken door een der sectiecommandanten voorgelezen. Als beginsel moet bij alle oefeningen worden geëischt dat zulks geschiedt; het is een doelmatig controlemiddel A. T. V. terwijl de sectiecommandanten, als er twijfel mocht 12/3/ komen te bestaan, een en ander nog eens kunnen naslaan. Tijdens het geven van bevelen mag alleen daaraan aandacht worden besteed en niet aan iets anders. Wordt hieraan niet streng de hand gehouden, dan zijn fouten, misverstanden en tijdverlies het gevolg. Dus niet b. v., wat nogal veel voorkomt, waar nemen tijdens het geven van bevelen maar ook geen bevelen geven tijdens het waarnemen. Heeft de waarnemingspost iets bijzonders opge merkt dan meldt deze zulks en kan men desnoods het geven van bevelen schorsen. Het compagniesbevel, dat dient tot het aannemen der gevechtsgroepeering, kan van het volgende wat behelzen: 1. Vijand, eigen troepen (eigen artillerie). 2. Taak bataljon, taak compagnie, opstelling andere compagnieën, opstelling steunende artillerie. 3. Aanvalsobjecten en ontwikkelingsruimten der secties in de vuurlinie, regeling van den aanval. 4. Richting. 5. Plaats compagniesreserve. 6. Gebruik sectie mitrailleurs. 7. Luchtafweer. 8. Plaats compagniescommandant. 9. Verbinding. 10. Munitieaanvulling. 11. Verpleging. 12. Hulpverbandplaats. A. T. V. 9. Ook voor den compagniescommandant geldt het dat de kunst van bevelen is, goed te weten wanneer, wat en hoe moet worden bevolen; alleen datgene wordt bevolen, wat niet kan worden gemist. Hoe korter en duidelijker het bevel is, des te eerder wordt het opgenomen, verwerkt en een begin van uit voering daaraan gegeven. Heeft men bij vredesoefeningen den tijd dan verdient het aanbeveling de bevelen volledig te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 10