Terreinafscheidingsgewijze zal worden aangevallen eerste doel lijn G. V. I. De breedte der terreinstrooken welke aan een 25/1/ bepaald onderdeel worden aangewezen, moet ver band houden met de werkelijke sterkte van dat onderdeel, met de belangrijkheid van de gevechts opdracht en den aard van het terrein. G. V. I. De opstelling van de compagnie kan in den aan- 100/1/ vang een breedte hebben van 300 M. G. V. I. De groepeering in de breedte en de diepte van de 78/5/ sectie zal als regel 150 M. niet te boven gaan. De opening tusschen de beide secties is noodig G. V. I. wanneer geen hooge opstellingen, noch stellingen welke flankeerend vuur mogelijk maken, te vinden 102/3/ zijn; door die openingen heen kan (kunnen) dan de initraillleur(s) de aangegeven doelen onder vuur nemen. De toestand welke tijdens de ontwikkeling nog onduidelijk was, is meer opgehelderd. De compag niescommandant weet thans zijn e i n d d o e 1, hij heeft tot taak een bepaald object te vermeesteren, dient dus krachtig aan te pakken. Hij zal reeds in den aanvang van het gevecht aan zijne vuurlinie eene zoodanige sterkte geven, dat G. V. I. zij tegenover het aangegeven aanvalsobject een voldoende vuurkracht kan ontwikkelen en 100/2/ dientengevolge aanvulling van achteren, met het daar aan verbonden gevaar van vermenging van onder- G. V. I. 17/2/ deelen, niet spoedig noodig zal zijn. Ter beoor deeling van de mate van de in te zetten vuurkracht wordt aangeteekend, dat het vuur dient om den vijand zoodanig te beïnvloeden, dat zijn vuur de beweging der eigen infanterie zoo min mogelijk hindert. Gelijk reeds eerder gezegd, vermenging van onderdeelenis bijzonder nadeelig van compagnie met compagnie, van bataljon met bataljon, van regiment met regiment, in veel mindere mate die van sectie met sectie of van brigade met brigade van eenzelfde com pagnie. Opeenhooping van een groot aantal menschen in G. V. I. de vuurlinie moet met zorg worden vermeden; van 25/2/ de getalsterkte zal als regel het meeste profijt kunnen worden getrokken door echelonneering in de diepte. In verband met de aangewezen ontwikkelings ruimte en met het terrein zal dus de sectiecomman dant zijn sectie in de diepte echelonneeren, ten einde opeenhooping in de voorste lijn te vermijden. 495

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 15